Israël en haar land                      2

Met geloof in de belofte op weg naar het land

T. J. de Ruiter, predikant  en leraar
 

Inleiding

In de eerste studie doorliepen wij het boek Genesis en zagen hoe God Abraham uit Ur riep en hem naar het land Kanaän leidde. Hij beloofde dit land aan zijn nageslacht te geven. De belofte werd aan Isaäk, Jakob en Jozef herhaald. We vervolgen de studie in het boek Exodus.
 

Met de belofte op weg naar het beloofde land

Exodus 3:8. Israël wordt verdrukt in Egypte. Mozes was gevlucht naar de woestijn omdat hij bang was dat hij in Egypte zou worden gedood wegens moord op een Egyptenaar. God verscheen aan hem toen hij 40 jaar in de woestijn had doorgebracht en gaf hem de opdracht terug te gaan naar Egypte. God wilde hem als de leider en bevrijder van zijn volk gaan gebruiken. Hij wilde het volk naar een land brengen dat 'vloeide van melk en honig,' waar o.a. de Kanaänieten woonden. Dit land was zonder enige twijfel Kanaän (Palestina).

Exodus 3:17. De belofte wordt herhaald (zie Exodus 3:8).

Exodus 6:7. God belooft Israël opnieuw haar naar een ander land te brengen en verwijst naar zijn belofte die Hij Abraham, Isaäk en Jakob had gegeven.

Exodus 12:25. God geeft de aanwijzing dat het Pascha - de maaltijd die in de nacht dat de uittocht plaatsvond - in alle volgende generaties moet worden gegeten om hen te herinneren aan het historisch gebeuren van de uittocht.

Exodus 12:40. De tijd dat Israël in Egypte was - gerekend vanaf de intocht van Jakob tot de Exodus onder Mozes - volgens deze tekst 430 jaar. Paulus lijkt echter in Galaten 3:17 de 430 jaar te rekenen vanaf de belofte aan Abraham. Het is interessant om te weten dat men de intocht van Abraham heeft gesteld op 2091, die van Jakob en zijn familie kan op 1876 en de Exodus met Mozes op 1446 voor Christus. De 430 jaar in Exodus genoemd wordt dus bevestigd door de archeologie.

Exodus 13:5 en 11. Als Israël in het beloofde land zal zijn moet het de eerstgeboren mannelijke vrucht van zowel mens als dier de HEER wijden omdat hij hen in Egypte had gespaard.

Exodus 15:15. Miriam zingt na het verdrinken van de Farao en zijn leger een lied aan de oever van Schelfzee. Toen dit lied later werd opgeschreven hadden de stammen in en rondom Kanaän het bericht over de ondergang van de Farao ook gehoord en schrokken zij hevig. In Jozua 2:8-10 lezen we dat de verspieders van de hoer in Jericho hoorden dat het verdrinken van de Farao en zijn leger inderdaad bekend was geworden. De verspieders wisten dat de Here God aan Israël het land zou geven (Jozua 2:8-10;14; 24).

Exodus 23:23. De engel van de HEER zal voor het volk gaan en het brengen naar het beloofde land.

Exodus 33:1-2. Het volk had bij de Sinaï een gouden kalf gemaakt en het aanbeden. Het oordeel van God doodde ongeveer 3000 man (Exodus 32:28). God belooft Mozes dat Hij wel verder gaat met het volk en dat zijn engel het zeker in het beloofde land zal brengen.

Exodus 34:11,12. Let op de hier genoemde stammen: de Kanaänieten, Hethieten, Ferezieten, Hevieten en de Jebusieten die in en rondom Jeruzalem woonden.

Het is belangrijk om hier even wat speurwerk te melden over de herkomst van de genoemde stammen die woonden in Kanaän. Allereerst over de Kanaänieten. Kanaän was een zoon van Cham, de zoon van Noach (Genesis 9:18). De Hethieten of Hittieten waren de afstammelingen van Heth, een zoon van Kanaän (Genesis 10:15). De Ferezieten waren afstammelingen van Kanaän, de vierde zoon van Cham (Genesis 10:6, Genesis 13:7; 15:20; 34:30 e.a.). De Jebusieten waren ook afstammelingen van Kanaän, een zoon van Cham (Genesis 10:16). Jebus was de oude benaming van Jeruzalem die ze droeg als hoofdstad van de Jebusieten (zie o.a. 1 Kronieken 11:4,5).

Exodus 34:24. Een belofte met betrekking tot het houden van de voorgeschreven feesten: als Israël straks in het beloofde land zal zijn zal de HEER ervoor zorgen dat niemand het land aanvalt als de mannen opgaan om voor de HEER te verschijnen.
 

Slot

We stellen vast dat er ook in Exodus een indrukwekkend getuigenis is van de wil van God aan Israël het land Kanaän te geven. Op grond van de belofte van God vertrekt het volk uit Egypte en gaat op weg naar het nieuwe land.

Reageren? e-mail...Pastor T. J. de Ruiter


Site 'Inspiratie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010/ pagina sinds aug. 2006, herzien 27 juli 2010 / T. J. de Ruiter / The Netherlands