Israël en haar land                5

Jozua: het beloofde land wordt in bezit genomen

T. J. de Ruiter, predikant  en leraar
 

Hoofdstuk 1:1-4. Het boek opent met de opdracht van de HEER aan Jozua de Jordaan over te trekken en het gehele land ten westen van de Jordaan tot aan de kust van de 'Grote Zee,' dat is de Middellandse Zee en vanaf de woestijn (de Negeb of Negev) tot aan de Eufraat - dus met inbegrip van de Libanon - in bezit te nemen.

Hoofdstuk 2. Jozua zendt twee verspieders om het land te verkennen. Ze komen in Jericho en worden in het huis van een prostitué verborgen. Eenmaal terug vertelden zij enthousiast dat de HEER het gehele land in hun macht had gegeven. Zij baseerden hun geloof op het waarnemen van de grote angst van de bevolking in Kanaän (vers 24).

Hoofdstuk 6-7:29. De inname van Jericho en Ai.

Hoofdstuk 7:30-35. In Deuteronomium 27:12-26 gaf Mozes het volk de opdracht op de berg Ebal de vloeken op ongehoorzaamheid aan de wet van de Here God te proclameren en op de daartegenover gelegen berg Gerizim de zegeningen op gehoorzaamheid. We lezen in dit hoofdstuk in het boek Jozua dat hij dit bevel van Mozes heeft opgevolgd. Jozua schreef er op stenen zelfs de wet van Mozes op (vers 32).

Hoofdstuk 9. Het slimme bedrog van de Gibeonieten. Zij deden alsof ze van ver kwamen om een verbond met Jozua te sluiten maar ze kwamen van dichtbij in Kanaän.

Hoofdstuk 10. De koning van Jeruzalem verzamelde een vijftal koningen van steden, waaronder die van Hebron, Jarmoed, Lakis en Eglon om als één leger Israël aan te vallen. We lezen in vers 5 dat de HEER grote hagelstenen op ze liet vallen. In vers 11-13 lezen we o.a. over de beroemde geloofsproclamaties van Jozua tot de zon en de maan om stil te staan.

Hoofdstuk 11:1-15.  Een leger van noordelijker gelegen steden, o.a. uit het gebied van Kinnerot (een vlakte ten noorden van het meer van Galilea), tot aan de voet van de Hermon, valt onder leiding van Jabin van Hazor Israël aan. In de vlakte van Kinnerot komt het tot een treffen. Israël verslaat ze en Hazor wordt met het gehele gebied ingenomen.

Hoofdstuk 11:16-23. Er wordt een overzicht van de veroveringen gegeven. Let erop dat het land van de Filistijnen, waaronder Gaza, en de kust van Libanon met de stad Afek, niet werden ingenomen.

Hoofdstuk 12 - 22. Verslagen van de inname en de verdeling van het land onder de stammen.
    Hoofdstuk 12. Een lijst van de koningen die door Israël verslagen zijn.
    Hoofdstuk 13:1-7. Een opsomming van het land en de steden die niet waren ingenomen. Dit land moest bij voorbaat aan de stammen
    worden toegewezen.
    Hoofdstuk 13:8-32. De toewijzing van het gebied ten oosten van de Jordaan aan enkele stammen.
    Hoofdstuk 14 -- 22. De verdeling van het land onder de stammen en enkele speciale regelingen zoals de vrijsteden en de steden voor de
    Levieten (hoofdstuk  20 en 21).

Hoofdstuk 23. De afscheidsrede van Jozua.

Hoofdstuk 24. De vernieuwing van het verbond met de HEER. Israël gaat de verplichting aan zich aan de wetten van de HERE GOD te houden, maar Jozua zei tot het volk dat zij dat nooit kon volbrengen en daardoor zou het volk de toorn van God gaan ervaren. Die toorn kon zelfs leiden tot vernietiging (zie vers 20). De geschiedenis van Israël bevestigt helaas de waarheid van wat Jozua hier gesproken had. 

Slot van de vijfde studie

We kunnen aan het eind van het boek van Jozua vaststellen dat het land voor een groot gedeelte door Israël is ingenomen. Uit het volgende boek Richteren blijkt dat de overgebleven Kanaänitische bewoners en stammen moeilijkheden gingen veroorzaken. Israël ondernam geen serieuze poging hen van hun afgoderij af te brengen en te verdrijven. Dit had tot gevolg dat Israël werd verleid tot hun afgodendienst en daardoor moreel en geestelijk verzwakte.

Reageren? e-mail...Pastor T. J. de Ruiter'


Site 'Inspiratie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010/ pagina sinds aug. 2006, herzien 27 juli 2010 / T. J. de Ruiter / The Netherlands