De feesten van Israël vervuld door en in Christus

T. J. de Ruiter
 

Inleiding

De feesten van Israël, zoals in de Tora vastgelegd krijgen in deze tijd nieuwe aandacht. Dit is voor een groot deel te danken aan de toegenomen belangstelling voor alles wat met Israël te maken heeft en de herleefde visie op de toekomstige rol van dit volk volgens de oude profetieën.

Sommige christenen vinden er vreugde in om samen met de Joodse gelovigen aan de viering van de oude feesten deel te nemen en daar kan geen enkel christelijk bezwaar tegenin gebracht te worden. Er komt echter wel een conflict met de leer van de apostelen als men stelt dat het Gods wil voor gelovigen is deel te nemen aan deze feesten en dat de Heilige Geest deze feesten ook voor de gemeente van Christus wil herstellen. In het artikel "Moeten christenen de Joodse feesten gaan vieren?" ben ik uitgebreid op dit onderwerp en vraagstuk ingegaan; zie deze site voor dit artikel. Thans zal ik de Israëlische feesten vanuit de Heilige Schrift nader toelichten.

Het Pascha en het feest van de Ongezuurde Broden

Het Pascha is voor Israël de herdenking van de uittocht uit Egypte die volgens recente datering in het jaar 1446 voor Christus plaats gevonden zou kunnen hebben. Die uittocht markeert het begin van Israël als een zelfstandig, onafhankelijk volk, want het kwam te voorschijn uit de slavendienst in Egypte en formeerde zich als een natie met een eigen godsdienst, cultuur en maatschappelijke ordening.
Het Pascha moest op de 14e van de maand Nisan worden gevierd, gevolgd door het feest van de ongezuurde broden (Exodus 12:6-20; Leviticus 23:4-8). In de avond van de 14e Nisan aten de Israëlieten het vlees van het geslachte lam. Het bloed van het lam was aan de deurposten gesmeerd, want als de doodsengel langskwam hij zou voorbijgaan aan de huizen waar hij het bloed zag en de eerstgeborene er niet doden (zie Exodus 12:11-13).

Het Pascha is duidelijk een feest specifiek voor Israël vanwege de historische, nationale en godsdienstige betekenis ervan. Christus stelde het Heilig Avondmaal in tijdens de laatste pesachmaaltijd voordat Hij gekruisigd werd en zei ervan dat Hij een nieuw verbond oprichtte in zijn bloed. Deze in het Pascha geboren viering zou men het nieuwe, Messiaans Pascha kunnen noemen dat voor alle mensen betekenis en waarde krijgt door het geloof in het offer van Christus. Door het offer van zijn leven dat als genoegdoening van de goddelijke gerechtigheid werd gegeven is de mens op grond van zijn geloof, verlost van de zondeschuld en bevrijd van de slavernij aan de zonde. Hij zal door het geloof in het bloed van het Lam niet sterven maar leven. Ook al zouden er duizend doodsengelen om hem heen dwarrelen, hij zal leven. Zoals Christus heeft gezegd in Johannes 11:26, "Een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven."

Dat Christus op het Paasfeest wilde sterven benadrukt zijn intentie zijn dood als de vervulling van het historische Pascha te benadrukken. Dat de grote apostel Paulus dan ook leert in 1 Korintiërs 5:7,8 dat Christus ons ware Paaslam is, is geheel in overeenstemming met de bedoeling van Christus. Zijn dood aan het kruis en opstanding vormen de elementen van het ware Pascha. Paulus in 1 Korintiërs 5:7b,8, "Want ook ons paaslam is geslacht, Christus. Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid."

Conclusie: Christus is het ware Paaslam. Het ware, geestelijke Pascha overstijgt het aardse Pascha van het volk Israël. Uit het offer van zijn leven, wordt het nieuwe volk van God geboren, de Gemeente. De leden ervan zijn burgers van een rijk in de hemelen; zie Filippenzen 3:20,21.
In het boek Openbaring, hoofdstuk 12:11 wordt in een apocalyptische voorstelling van de geestelijke bevrijding door het geofferde Lam geproclameerd: "En zij - de gelovigen - overwonnen hem - de macht van het kwaad en de dood - door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis." Het getuigenis is - om in het beeld van het historisch Joodse Pascha te spreken - het smeren van het bloed aan de deurpost. Dit bloed getuigde dat de mensen in het huis op de levende God vertrouwden en aan Hem gehoorzaam waren.

Het feest van de eerstelingen

Het feest van de eerstelingen moest oorspronkelijk - zie Leviticus 23:9-17 - 50 dagen (7 weken) na het brengen van de eerstelinggarf - het eerst geoogste graan - gevierd. Op de dag na de 7e sabbat, gerekend vanaf de presentatie van de eerstelinggarf, moest men twee beweegbroden brengen gemaakt van de nieuwe oogst en gezuurd gebakken, om ze als eerstelingen voor de HEER te bewegen. Deze feestelijke gebeurtenissen hadden direct te maken met de landbouw en waren afhankelijk van het tijdstip waarop de nieuwe oogst gereed kwam. Het zijn dus typische feesten in een agrarische samenleving die God eert als degene die de oogst geeft.

Het onderwijs in het Nieuwe Testament ziet Christus als de eerstelinggarf, de eerste oogstvrucht van de nieuwe mensheid, die opgewekt wordt in een nieuw, eeuwig leven. De apostelen beschouwen de gemeente in haar geheel als 'de eerstelingen.' Hieronder volgen enige teksten.

1 Korintiërs 15:20, "Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn."
Jacobus 1:18, "Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord van de waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen."

Romeinen 16:5, "Groet insgelijks de gemeente bij hen aan huis. Groet mijn geliefde Epenetus, de eersteling voor Christus uit Asia."

1 Korinthiërs 16:15, "Gij weet van het huis van Stefanas, dat het een eersteling van Achaje is."

Openbaring 14:4, "Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond  is geen leugen gevonden, zij zijn onberispelijk."

Het was zeker niet toevallig dat de Heilige Geest op de Pinksterdag te Jeruzalem op de eerste gelovigen viel; lees Handelingen 2. De boodschap van God is duidelijk: hier zijn de echte eerstelingen, dit is de nieuwe oogst uit de mensheid. Zij ontvangen mijn Heilige Geest met kracht en heerlijkheid.

Ook wij, gelovigen van de 21e eeuw behoren nog steeds tot de eerstelingen, de nieuwe vrucht van het werk van Christus. Hij was het zaad dat in de aarde viel en dat vrucht voortbracht, verloste, wedergeboren mensen die een verheerlijkt, eeuwig leven ontvangen. Lees Johannes 12:24, waar Jezus over zichzelf sprak en zei: "Indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort."

Het Feest van de Bazuinen

Leviticus 23:24, "Spreek tot de Israëlieten: In de zevende maand, de maand Tisjri, op de eerst van de maand, zult gij een rustdag hebben, aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst." Dit feest markeert het begin van een nieuw Israëlisch kalenderjaar. In Numeri 29:1-6 wordt deze bijzondere dag, een jubeldag genoemd. Dit feest is dus zowel een dag van rust als van vreugde. De les is deze: je kan pas echt jubelen als je leert rusten. Jezus geeft de mens de rust die hem tot volkomen ontspanning brengt, waardoor het lied van vergeving, vrijheid en liefde in zijn hart wordt geboren. Matteüs 11:28, "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal u rust geven."

De Grote Verzoendag

In Leviticus 16 lezen we over de instelling van de jaarlijkse grote Verzoendag. Deze bijzondere plechtigheid moest op de 10e van de 7e maand worden gehouden. Hij werd ingesteld om elk jaar voor alle zonde, zowel van de hogepriester zelf en zijn huis, als van het gehele volk, verzoening te doen. Als de schrijver van de brief aan de Hebreeën die duidelijk van Joodse afkomst is, gelet op zijn grote kennis van de Joodse godsdienstige cultus, een vergelijking maakt tussen de hogepriester van het Oude Verbond en Jezus Christus, de hogepriester van het Nieuwe Verbond, wijst hij op het pluspunt van de laatste. Hij behoefde niet eerst voor zijn eigen zonde verzoening te doen dus is Hij er altijd geheel beschikbaar voor het volk (Hebreeën 7:26,27; 9:25).

De Bijbel proclameert: "Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonde." Wij proclameren zingend: er is kracht in het bloed van het Lam. De Israëlieten moesten één keer per jaar de grote Verzoendag vieren. De gelovigen van het Nieuwe Verbond zijn niet meer afhankelijk van dit feest om verzoening voor de zonde te ontvangen want de dag waarop Jezus stierf aan het kruis van Golgota was Gods universele grote Verzoendag voor alle mensen van alle tijden. Als christenen mogen wij elke dag in de kracht van deze grote Verzoendag leven, Halleluja; lees o.a. Hebreeën 9:23-28; 1 Johannes 2:2.

Het Loofhuttenfeest

Leviticus 23:34-44. "De Here sprak tot Mozes: op de vijftiende dag van de zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de Heer, zeven dagen lang." In dit feest werd de woestijnreis herdacht toen Israël op weg was naar het beloofde land. De instructies voor dit feest hielden o.a. in dat men in hutjes van bladeren en twijgen moest wonen (Leviticus 23:40-42). Indien men dus geheel volgens voorschriften dit feest wil vieren zou men ook aan deze bepaling dienen te voldoen en niet gewoon in huis of in een moderne tent bivakkeren. Zo haalt men nog iets meer terug van de oorspronkelijke sfeer van de woestijnreis.

Het Loofhuttenfeest kon pas echt gevierd worden toen Israël in het Beloofde Land was aangekomen en regelmatig wilde terugblikken op de moeizame woestijnreis waarin toch telkens opnieuw de merkwaardige nabijheid, voorzienigheid en wonderbare kracht van God werden ervaren. Tijdens dit feest kon men tevens tezamen heerlijk genieten van het land, dat overvloeide van melk en honing en God vol vreugde voor alles danken.

De gelovige kan terugblikken op zijn onbekeerde staat waarin hij vroeger leefde. Terwijl hij terugblikt realiseert hij zich opnieuw de trouw, goedheid en genade van de Heer en dat hij nu mag leven met de vervulling van Gods beloften in zijn leven. Zoals Paulus het schreef in 2 Korintiërs 1:20: "Want hoeveel beloften van God er ook zijn, in Hem - Christus - is het: ja; daarom is ook door Hem het: amen."
Men mag het echter ook zo stellen: als we straks voor eeuwig bij Jezus zijn kunnen we echt het Loofhuttenfeest vieren en terugblikken op de woestijnreis van het aardse leven waarin we Gods nabijheid en trouw mochten ervaren.

Wij hebben dus het belang van de zevende maand kunnen constateren. Hij begon met het Feest van de Bazuinen, een rust- en jubeldag. De 10e was de Grote Verzoendag, waarop men zich verootmoedigde voor vergeving en verzoening van alle zonde. Tenslotte werd van de 15e tot de 22e het Loofhuttenfeest gevierd.

Slot

Rusten en jubelen, gedenken en genieten, vergeving en verzoening. Israël beleeft het nog steeds in aardse instellingen die schaduwbeelden zijn van geestelijke werkelijkheden die men zich mag toe-eigenen en beleven door het geloof in Christus. Daarom: wie gelooft in Christus mag alles als vervuld beleven in een geestelijke realiteit met hemelse zegeningen.

4 april 2003, geredigeerd 15 september 2008

~~~~~~

Meer informatie? E-mail....? T. J. de Ruiter

~~~~~~~~~~~~~~
Site 'Inspiratie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / artikel herzien 16 juli 2010 / T. J. de Ruiter / The Netherlands