Alles aan Jezus geven....

Prediking in de gezinsdienst van de  Elim Pinkstergemeente op zondag, 17 maart 2002

"Simon Petrus, zeide tot Hem: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden en twee vissen heeft; maar wat betekent dit voor zovelen?"

Johannes 6:9
Zie ook: Mattheüs 14:13-21; Marcus 6:30-44; Lucas 9:10-17.

Inleiding

Het wonder van de voeding van de 5000 met vijf broodjes en twee visjes is het enige - de opstanding van Jezus buiten beschouwing gelaten als een op zichzelf staand gebeuren - dat in alle vier evangeliën staat beschreven, dus zowel in Mattheüs, als Marcus, Lucas als in Johannes. Dit betekent dat dit wonder een zeer grote en blijvende indruk op de discipelen moet hebben gemaakt. De vier verhalen lijken precies op elkaar. Denk alleen maar aan het detail van de vijf broden en de twee vissen.

Er is echter één bijzonderheid, die alleen door Johannes is opgeschreven: Dat er een jongentje met broodjes en visjes naar hen toe kwam en ze blijkbaar zelf aanbood. De andere schrijvers hebben dit waarschijnlijk niet belangrijk genoeg gevonden om het te vermelden, maar Johannes wel. Over deze jongen, zijn daad en de betekenis ervan wil ik het in deze prediking hebben.

De jongen en zijn daad

We kijken even naar wat er aan deze wonderbaarlijke voeding van de 5000 was vooraf gegaan. Uit de verhalen blijkt dat het een lange dag voor Jezus en zijn discipelen was geweest, maar ook voor allen, die Hem waren gevolgd. Jezus was in het gebied ten westen van het meer van Galilea in het dorp Bethsaïda - zie Lucas 9:10. Hij had zojuist gehoord dat koning Herodes Johannes de Doper had laten onthoofden. Hij moet toen enkele dagen alleen zijn geweest want Hij had zijn discipelen erop uit gestuurd, als een eerste stage, zodat zij zelfstandig konden prediken, zieken genezen en demonen uitdrijven. Ze waren enthousiast terug gekomen, want zij hadden veel wonderen gezien ; zie Mattheüs 14:11-13 en combineer met Marcus 5:30. Nu wilde Hij even alleen met hen zijn, maar de mensen kwamen in grote aantallen naar Hem toe, er was geen rust. Daarom besloot Hij met een bootje naar de andere kant van het meer te gaan. Daar was het niet zo dichtbevolkt en had Hij dus meer kans op rust.

Maar er was geen rust voor Jezus en zijn discipelen, want het volk had gezien dat Hij naar de overkant was gegaan en had besloten hem langs de oever van het meer te volgen. Er was niet aan te ontkomen, Jezus stond samen met zijn discipelen weer in de bediening. Hij sprak hen toe en genas de vele zieken. Dit ging zo door tot in de avond. Toen vonden de discipelen het welletjes en lieten de Heer weten dat Hij de mensen moest wegzenden, want het was een eenzame plaats, er stonden geen patatkraampjes, er was geen frisdrank - er was geen Alberts Corner of MacDonald. Dus: "Heer, zend ze weg;" Mattheüs 14:15. Zij moeten nog een heel eind lopen om thuis te komen, het is echt tijd om te stoppen."

Toen zei de Heer iets, dat hen verbijsterde - Mattheüs 14:16, "Zij behoeven niet weg te gaan, geven jullie hen maar te eten."
In het evangelie naar Johannes lezen we - vers 5: "Waar zullen we broden kopen, dat deze kunnen eten?" Maar dit zei Hij om hen op de proef te stellen, want Hij wist zelf, wat Hij zou doen. Dan volgt er een korte discussie en dat moet een jongentje dat dichtbij hen stond, hebben gehoord en die moet Andreas hebben benaderd met een: "Meneer, ik heb vijf broodjes en twee visjes, zou Jezus er wat aan hebben?"

Dat die jongen blijkbaar dichtbij Jezus stond zegt me iets over die knul. Hij wilde alles horen wat Jezus zei en alles zien wat Hij deed. Hij moet grote interesse in Jezus hebben gehad. Terwijl andere kinderen speelden of wat rondhingen, stond hij er met zijn neus bovenop.

Hij hoorde dus die woorden van Jezus: "Geven jullie hen te eten." Als we dan de teksten in de evangeliën naast elkaar leggen, moeten we vaststellen dat hij snel moet hebben gereageerd. Hij zag de verbijsterde blikken in de ogen van discipelen - moeten wij hen te eten geven, hoe kunnen wij dat nu? En toen zei hij: "Meneer, ik heb hier vijf broodjes en twee visjes." Misschien keek Andreas er even naar met een blik van 'Hier hebben we niets aan. Maar hij zei dan toch maar tot Jezus: "Hier is een jongen, die vijf gerstebroden en twee vissen heeft; maar wat betekent dit voor zovelen?" Maar voordat hij kon zeggen, "Joh, bedankt, maar eet ze zelf maar op," zei Jezus: "Laat de mensen gaan zitten." En misschien zei Hij wel tot de jongen op een heel vriendelijke toon: "Geef me alles maar, knul, je zult wat beleven, let maar goed op, hoor."

Jezus nam de broodjes en de visjes, dankte en - niet te geloven - verdeelde ze onder hen, dat is onder de gehele menigte van 5000 mannen. Maar er waren veel meer mensen, want Mattheüs informeert ons in 14:21, dat vrouwen en kinderen niet meegeteld waren.

Jezus verdeelde vijf broodjes en twee visjes onder misschien wel 10.000 mensen - dat kan gewoon niet, althans niet volgens stoffelijke wetten, maar als God er is, kan dat wel. De jongen stond met open mond toe te kijken en probeerde te zien hoe dit gebeurde. Het was een groot wonder. Twee broodjes en vijf visjes, er bleef nog over ook! Laten we nu over de diepere dingen van dit prachtige verhaal even nadenken

Lessen getrokken uit de daad van dit jongentje

a. Het eenvoudig geloof van de jongen

Het eerste, wat een belangrijke les oplevert is dat de jongen eenvoudig geloof in Jezus moet hebben gehad. Dit moet wel zo zijn, anders had hij niet zijn broodjes en visjes aan Jezus gegeven. Hij moet grote aandacht voor Jezus hebben gehad, want hij stond er vlakbij en hoorde wat Jezus zei. Zonder verder nadenken bood hij zijn avondeten aan. De jongen reageerde met dat spontane, eenvoudige, maar o zo krachtige geloof dat een kind heeft. Moeten we niet ons gehele leven deze kwaliteit van geloof behouden? Heeft Jezus ook niet gezegd dat als we ons niet bekeren en worden als een kind het koninkrijk van God niet kunnen ingaan? Lees Mattheüs 18:3; Marcus 10:15.

b. Hij gaf alles wat hij had

Denk even met me na. Hij had ook kunnen zeggen tot zichzelf: "Ik heb vijf broodjes, ik houd er drie voor mezelf en geef de andere aan Jezus. Ik heb twee visjes, één eet ik er zelf op en de andere kan Jezus hebben." Laten we eerlijk zijn, zouden we niet zo hebben gehandeld? Maar neen, deze knul gaf alles wat hij had - het gehele pakketje voedsel dat zijn moeder hem misschien had meegegeven. Het gevolg was, dat hij zelf met lege handen stond en - dat had het resultaat kunnen zijn geweest - zelf ook niets te eten had gekregen.

Hij gaf alles dat Hij had aan Jezus en stond zelf daarna met lege handen - dat is een belangrijk detail in dit verhaal. De vraag drong zich aan me op: "Ben ik bereid alles aan Jezus te geven en dan zelf met lege handen te staan, gewoon in vertrouwen op God?" Straks aan het slot van deze preek kom ik hierop terug en stel de vraag opnieuw, dan aan jullie en aan allen, die deze preek later horen of lezen, misschien op het internet.

c. Hij kreeg veel meer terug

Hij gaf alles aan Jezus, die knul, maar - let op - hij kreeg meer terug dan hij had gegeven. Misschien duwde Jezus hem wel veel brokken brood en veel vis in z'n hand. "Hier, joh, doe maar in je tas en geef het aan je moeder, dan heeft die voor een paar dagen ook genoeg in huis." Hij kreeg nog veel meer dan brood en vis. Hij kreeg als jonge knul een ongelofelijke bekendheid en reputatie. Hij leeft voort van generatie tot generatie van volk tot volk vanwege zijn daad. Hij stelde alles beschikbaar dat hij had en gaf het aan Jezus. Misschien zei Jezus wel: "Maar, joh, weet je dat zeker dat je alles aan Mij geeft?" En hij zei: "Ja, Heer, want U bent het waard en U weet wat U er mee kunt doen."

Let op, lieve mensen, wie aan Jezus geeft, krijgt altijd meer terug. De discipelen zeiden eens tot Jezus - lees Mattheüs 19:27 "Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn u gevolgd; wat zal dan ons deel zijn? Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijn heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten. En een ieder, die huizen of broeders of zusters of vader of moeder of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn naam, zal vele malen meer terugontvangen en het eeuwige leven erven."

De jongen bleef naamloos, maar zijn daad is voor altijd op aarde in de Bijbel blijven bestaan en heeft ontelbaren gezegend.

Misschien, straks in de hemel, als de Heer ons de mensen voorstelt, die voor Hem toen veel hebben betekent en in de Bijbel een plaatsje hebben gekregen, zal Hij ons ook deze jongen voorstellen: "Hier is hij, die mij die vijf broodjes en twee visjes gaf, applaus voor hem.'

De betekenis van de voeding van de 5000

Alle uitleggers zijn het erover eens dat dit wonder wijst naar een geestelijke werkelijkheid - daarom wordt het ook een teken genoemd; een teken wijst altijd naar iets, dat belangrijker is dan het teken zelf.

Het wonder van het breken van het brood wijst naar het wonder van het door God gegeven geestelijk voedsel voor de hongerige menselijke ziel en dat is Jezus zelf, het hemelse brood des levens. Dit leerde Hij iets later in zijn grote redevoering over het eten van zijn vlees en het drinken van zijn bloed. Die redevoering volgt in het evangelie naar Johannes op spijziging van de 5000.

Met de wonderbaarlijke voeding van de 5000 wees Jezus op wie Hij was en wat zijn belangrijkste daad zou zijn. Het brood dat Hij brak en de visjes wezen naar Hem.

De vis speelt sinds oeroude tijden als symbool, als teken, een belangrijke rol in het Christendom. De christenen in de tijd van het Romeinse Rijk tekenden een vis - zoals de EO vis - op de grond, bijvoorbeeld met een stok als zij dachten dat zij een medechristen ontmoetten. Door het teken van de vis herkenden zij elkaar. Waarom tekenden zij een vis? Omdat de letters van het Griekse woord voor vis 'ICHTUS'  de eerste letters zijn van de belijdenis 'JEZUS CHRISTUS, GOD'S ZOON, VERLOSSER. Iêsous - Christos - Theos - Uios - Sotêr

Het gaat niet om het wonder, maar om wie Hij was en wilde zijn - oor alle mensen.

De grote vraag aan jou…..

Hier is de vraag, waarop ik beloofde terug te komen, maar nu stel ik hem aan jou, aan u.

Het is mooi, ontroerend en van belang voor Gods Koninkrijk als jonge mensen hun leven aan Jezus geven. Zij kunnen dan met hun gehele verdere leven Jezus dienen.

Maar het is niet minder mooi en van belang als volwassen alles aan Jezus geven, niets meer in hun hand hebben en een heel groot vertrouwen in Jezus tonen. "Heer, ik leg heel mijn leven, zelfs mijn gezin, geheel in uw handen."

Ik heb in mijn jeugd, toen God me riep alles aan Jezus gegeven. Ik heb in de meer dan 25 jaar dat ik op de Bijbelschool werkte, veel jongemensen en volwassenen gezien, die alles opgaven om Jezus te volgen en dat betekende voor hen studeren op de Bijbelschool. Er waren jongemensen onder van 17,18 of 19 jaar, maar ook mannen met een gezin. Die hun baan en huis opgaven, hun spullen verkochten en met niets meer naar de school kwamen en in ons internaat een paar kamertjes huurden. Ze hadden hun baan opgegeven en hadden niets meer. En ik heb keer op keer gezien dat God voor hen zorgde. Niemand kan me dit afnemen, dit was een deel - een belangrijk deel - van mijn leven. Veel van die vroegere studenten kom ik nu tegen en ik eer ze, jullie, vroegere studenten, voor jullie liefde voor Jezus!

Die knul, ik denk nog even aan hem, er is nog een aspect, dat ik even aandacht wil geven. Misschien stond zijn vriendje wel bij hem in de buurt en zei: "Joh, je bent niet goed wijs, nu heb je niks meer." Als je alles aan Jezus geeft, zullen anderen je  willen ontmoedigen en zelfs ervan willen weerhouden. Ben jij bereid mis verstaan, verkeerd begrepen te worden, omdat je jezelf, je alles aan Jezus geeft?

Wil jij nu alles aan Jezus geven? Neen, ik wil niet als andere predikers zijn, die dan gelijk zeggen, "Gooi al je geld nu in de collecte," dat is veel te manipulerend, veel te oppervlakkig, veel te inhalerig. Het gaat om veel meer dan geld, dat in een emotionele opwelling gegeven wordt, het gaat om geestelijke kwaliteit en diepte, die blijft in het leven. Nog een keer: Wil jij alles aan Jezus geven. Hij heeft jou nodig om anderen te zegenen.

"Wil je dit echt," vraagt Jezus misschien. "Ja, Heer, hier heeft U alles, wat ik ben en heb."

Daar sta je dan - met lege handen. Maar let op! Het wonder van de vermenigvuldiging herhaalt zich straks - even geduld hebben. Let op wat God kan en gaat doen.

Het jongentje gaf Jezus de mogelijkheid een groot wonder te verrichten en een menigte te voeden. Wie weet wat Jezus met en door jou kan gaan doen als ook jij je geeft aan Hem.

Ben jij bereid alles aan Jezus te geven, met als gevolg dat je zelf met lege handen staat? Kun je Jezus zoveel vertrouwen dat je Hem jouw alles schenkt? Amen.
 
 

~~~~~~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands