Bruikbaar voor God

Prediking van T. J. de Ruiter in Elim, Hilversum, zondag, 8 sept. 2002, ter gelegenheid van zijn ambtstermijn van veertig jaar.

"Indien  iemand zich nu hiervan gereinigd heeft - dat is van de minder eervolle, of juister 'oneervolle' bestemming - zal hij een voorwerp (vat) met eervolle bestemming, bruikbaar voor de eigenaar, voor iedere goede taak gereed." 2 Tim. 2:21

Inleiding

Dit hoofdstuk en met name vers 1 - 3 ervan, was het Schriftgedeelte, op grond waarvan ik in 1959, na gebed het besluit nam in de voltijd dienst van de Heer te gaan. Ik diende toen in de Luchtmacht en was een half jaar wederom geboren. Mijn blijdschap en dankbaarheid jegens de Here God waren groot en ik wilde niets liever dan door Hem gebruikt te worden om ook anderen het evangelie te verkondigen en tot waar, levend geloof te brengen. In januari 1960 vertrok ik naar Wales, waar ik Reinhard Bonnke ontmoette en samen studeerden we er ook enkele jaren later af.

De tekst, die in deze woordverkondiging de volle aandacht krijgt onthult enkele zeer belangrijke aspecten of voorwaarden, die eerst vervuld moeten worden, voordat wij door de Heer voor zijn goede werk echt inzetbaar zijn onder de leiding van de Heilige Geest,

Paulus vergelijkt de mensheid, die toch Gods schepping is, met een groot huis. In elk huis zijn er voorwerpen - het Griekse woord kan als 'vaten' worden vertaald - met een mooie, een eervolle bestemming, maar ook voorwerpen met een minder eervolle. Nu is de Nederlandse vertaling van het Griekse woord 'atimian' te zwak, want dit Griekse woord betekent eigenlijk 'oneervol.'  Denk maar aan onze begrippen 'asociaal,' dat 'niet sociaal' betekent en 'atechnisch ' dat van iemand wordt gezegd die niet technisch is. Noem ik nog het begrip asymmetrisch dat niet symmetrisch betekent. Het Griekse 'timian' betekent in onze tekst dan inderdaad eervol, maar 'atimian' is dan oneervol.

Wat Paulus zegt is dit: De mens is van nature onbruikbaar voor God en oneervol. De mens is verloren, en kan God niet dienen en niet eren zoals Hij dat wil en oorspronkelijk had bedoeld. Ook de gelovige, die zijn leven niet oprecht en serieus reinigt en heiligt kan God niet eervol dienen, zoals Hij dit wil. Paulus dringt er dan ook bij Timotheüs in vers 22 op aan zich van 'de begeerten van de jeugd' te reinigen. Het doel van zijn vermaning is dat de jongeman volkomen bruikbaar voor God zal zijn. Dit is het verlangen van Paulus voor zijn leerling Timotheüs, want hij weet dat deze een belangrijke roeping en zalving van de Heer had ontvangen.

In deze woordverkondiging wil ik ingaan op de voorwaarden, die door God zijn gesteld om eervol door Hem gebruikt te kunnen worden.

De voorwaarden

1. Reiniging
2. Heiliging
3. Vorming
4. Vulling

1. Reiniging

Van nature zijn we onrein, beladen met zonde en de schuld. Jezus is gekomen om voor onze zonde te sterven en nam onze schuld op zich. Zijn bloed reinigt ons van alle zonde. Dit is het eerste wat noodzakelijk is om een bruikbaar vat voor de Heer te worden, dat eervolle taken kan uitvoeren, d.w.z. de Heer dienen, zoals Hij gediend wil worden, alleen tot zijn eer en heerlijkheid.

Is jouw zonde vergeven? Ben je verlost van de zondeschuld? Zo niet, kom dan misschien voor het eerst of bij vernieuwing tot Jezus en laat je reinigen. Ook veel gelovigen zijn verontreinigd door allerlei ongerechtigheid. Kom, was je in het bloed van het Lam en voel de verfrissende kracht van de reinheid voor Gods aangezicht.

2. Heiliging

Heiliging is een begrip dat uit het Oude Testament afkomstig is. Heiliging had te maken met de dienst in de tabernakel, priesters en levieten, Gods dienstknechten moesten hun leven wijden aan God. Dit hield praktisch voor hen in, dat hun gedrag en algehele levensstijl in overeenkomst met de instructies moesten zijn, die God aan Mozes had gegeven.

Ook het volk Israël moest een geheiligd volk, gewijd aan JaHWeH, haar Verbondsgod zijn. Ook zij kreeg aan aantal voorschriften en wetten, die stipt opgevolgd moesten worden. Het volk moest aan God gewijd zijn, want zij had een hoge roeping van Hem ontvangen. God zei tot zijn volk: "Weest heilig, want IK ben heilig."

In het Nieuwe Testament krijgt de heiliging een meer geestelijker invulling. De nadruk ligt niet op uiterlijke, fysieke, rituele aspecten van het leven, maar op de kwaliteit van het hart, die aan de geestelijke relatie met God wordt ontleend, en de daaruit voortvloeiende morele zuiverheid van de levenswandel.

De apostelen wijzen erop dat de Here zeer nadrukkelijk de heiliging van gelovigen wil. Petrus herhaalt in zijn eerste brief het Oud Testamentisch bevel: "Weest heilig, want IK ben heilig," tot de gelovigen in de gemeenten. Paulus leert met stelligheid dat niemand zonder heiligmaking de HERE zal zien.

De Heer wil dat jij als een gelovige, zijn volgeling, in je denken, doen en laten meer en meer geheiligd zult worden. Dat wil zeggen, dat je de gedachten, die niet naar de wil van God zijn, uit je geest van denken verwijdert en dat je in je gedrag naar het voorbeeld van Jezus zult willen leven.

De gelovige, die hierin serieus wil zijn, kan dat bekende liedje zingen: Maak mij een beeld van U. Maak mij een beeld van U. Zo vol van ootmoed, liefde en trouw. Maak mij een beeld van U.

3. Vorming

De profeet Samuël zette profetenscholen op. In de tijd van Elia en Elisa waren die nog functioneel. Jezus trainde zijn discipelen. Paulus koos jongemannen en vrouwen uit, die hij trainde en aan wie hij alles doorgaf wat hij zelf van de Heer had ontvangen.

Vorming voor de dienst van de Heer. Er zijn in deze tijd bijbelscholen, trainingscursussen, bijbelstudies en trainingen in de gemeente, conferenties. Er zijn boeken en studies in overvloed beschikbaar. Er zijn discipelschap opleidingen enz. enz. enz. En voorgangers verzamelen rondom zich jongere mensen, met wie zij hun ervaring delen en die zij trainen. De apostel Paulus had enkele jonge mannen bij zich, die hij onderwees, trainde en aan wie hij opdrachten gaf. Zo moest Timotheüs  orde op zaken stellen in de grote gemeente te Efeze; lees 1 Timotheüs 1:3.

Paulus schreef aan Timotheüs in zijn tweede brief, hoofdstuk 2, vers15, "Maak er ernst mede, u wel beproefd ten dienste van God te stellen als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid."

Het zal ook toen geen onnodige vermaning aan Timotheüs zijn geweest, want we weten deze en andere brieven van Paulus dat er reeds een aantal predikers was, die niet oprecht, waardig en zuiver in hun prediking en onderwijs waren.

Ook in onze tijd wordt er soms slordig en verwarrend gewerkt in Gods Koninkrijk. Er is soms ondeskundige prediking en onderricht. Het gevolg hiervan is dat mensen, die eerst door de boodschap van liefde, geloof, verlossing en hoop werden aangetrokken, gedesillusioneerd afhaken en gemeenten verlaten.

Arbeider van God, ken je verantwoordelijkheid. Je zult eens aan de Heer verantwoording moeten afleggen. Laat het niet zo zijn dan dat de Heer je straks het strenge verwijt moet maken dat mensen door jouw slechte en onverstandige bediening toch verloren zijn gegaan.  Daarom: Arbeider voor God, neem je taak serieus en verricht je dienst in onderworpenheid aan de Heer.

4. Vulling

Sinds het begin van de vorige eeuw, toen in Amerika de Heilige Geest op een groep jonge bijbelschool studente werd uitgestort en Handelingen 2 met alle bovennatuurlijke en ongewone manifestaties werd ervaren, is er een golf van vernieuwende kracht over de kerk gegaan, die tot op de dag van vandaag doorwerkt.

God wil zijn Geest met zijn kracht uitstorten op de gelovigen. Die kracht stelt hen in staat de werken te doen, die Hij zelf deed, toen Hij op aarde was. Opdat de mensen de heerlijke kracht van God kunnen zien en ervaren, die hen verlost, bevrijdt, geneest en verfrist.

Paulus gebruikte het beeld van vaten, die voor eervol gebruik gereinigd behoren te zijn. In 2 Corinthiërs 4:7 schreef wij dat gelovigen als aarden vaten zijn, waarin God een schat heeft gedeponeerd.  Bedenk inderdaad dat wij aarden vaten zijn, want we zijn lichamelijk stof uit stof. God wil echter een ieder, die van ganser harte in Jezus gelooft, vullen met zijn heerlijke schat van kennis en kracht. In Colossenzen 2:3 schreef Paulus, dat wij Christus in ons hebben, in wie al de schatten van wijsheid en kennis verborgen zijn."

De ware gelovige is dus als een vat, waarin de:
a. de kennis en wijsheid van Christus zijn gedaan.
b. de liefde en het leven van Christus zijn geboren.

Aarden vaten zijn zwak en broos in zichzelf. Wij zijn niet van roestvrij staal gemaakt. Ons vat is ook vergankelijk, eens zal het tot dode stof van deze planeet terugkeren. Maar de ziel, de geest, zal voortbestaan in een andere, een hogere sfeer van bestaan.

De Christen weet dat hij een hoge en heerlijke bestemming heeft ontvangen, in eeuwigheid in Gods aanwezigheid te leven en mee te werken met Zijn eeuwige plannen.

Maar nu is er een werk te doen op deze aarde. De boodschap van het evangelie moet worden verkondigd, opdat iedereen de kans krijgt eeuwig leven te ontvangen. De gelovigen moeten worden onderwezen en opgebouwd. De geloofsgemeenschappen moeten sterk en gezond worden en deelnemen aan Gods grote reddingsplan voor de mensheid. Hiervoor is iedere gelovige nodig. Hiervoor dient iedere gelovige zich beschikbaar te stellen.

Iedere gelovige dient te bidden: "Heer, hier ben ik, maak mij een vat dat bruikbaar is voor U. Ik ben bereid te doen, wat U van mij vraagt."
 

Slot

Steeds tot Uw wil bereid, steeds tot Uw wil bereid, steeds tot Uw wil bereid.

Kun jij dit oprecht, serieus zeggen tot de Heer, die jou heeft vrijgekocht van de zondemacht en zondeschuld? Hij had alles voor je over, gaf zijn leven, stierf aan een Romeins kruis de dood van een misdadiger. Ken je de vervulling met de Heilige Geest? Zo niet, wil je Hem dan in zijn kracht ontvangen? Indien je de vervulling met de Heilige Geest hebt verwaarloosd, ja misschien hebt verloren, wil je dan opnieuw komen tot Hem, die zijn Geest wil uitstorten over en in je?

Kom tot de Heer, gereinigd, geheiligd, gevormd, en bid dit gebed:

Is er nog onreinheid in mijn leven? Maak mij rein.

Is er nog onheiligheid in mijn denken, doen en laten? Heer, leer mij, want ik wil aan mijn heiliging blijven werken.

Is er nog onwilligheid in mijn hart om U te dienen zoals U dat wilt? Maak mij dan gewillig, o Heer, opdat ik steeds tot Uw wil bereid zal zijn."

"Heer, ik wil een bruikbaar vat voor U zijn, tot elke goede taak in uw Koninkrijk gereed. Steeds tot Uw wil bereid, steeds tot Uw wil bereid.

Het lied Opwekking 427 heeft deze boodschap van deze prediking zo treffend verwoord. "Maak mij rein voor U, als gelouterd goud, en zuiver zilver. laat mij zijn voor U als gelouterd goed, puur goud.

Dwars door het vuur, maakt U mij rein en puur. Ik strek mij uit, Jezus, naar meer van Uw Geest en Uw heiligheid. Ja, ik besluit, Jezus, een dienstknecht te zijn Van U, mijn Meester,
steeds tot uw wil bereid."

Je meent het - vergeet het dan nooit: Heer, ik ben bereid uw wil te doen altijd. Bezegel dit plechtige en goede besluit met: Amen.

~~~~~~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands