Dag aan dag draagt Hij ons

Prediking van T. J. de Ruiter, oudejaarsavond 2003

"Geprezen zij de HERE. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil."
Psalm 68:20

Inleiding

Deze proclamerende lofprijzing heeft haar inspiratiebron in het boek Deuteronomium. Dit boek maakt er aanspraak op door Mozes geschreven te zijn. Het is zijn op Schrift gestelde afscheidsrede. Mozes was zich aan het voorbereiden op zijn heengaan. Hij had het volk tot aan de Jordaan gebracht. Het lag op de oostelijke oever gelegerd, tegenover de stad Jericho, die zij aan de andere kant van de rivier zagen liggen.

Allereerst memoreert Mozes de bewogen jaren, die achter hem lagen als leider van het volk. Het was de laatste periode van veertig jaar van zijn leven geweest; hij was nu 120 jaar. Hij had met Gods hulp het volk uit Egypte geleid, door de woestijn heen, tot aan de grenzen van het beloofde land.

Door haar ongeloof en opstandigheid had het volk hem veel verdriet en spanning bezorgd. Het had hem zelfs enkele keren willen doden omdat men het niet meer zag zitten met hem als leider. Toch had hij, met de hulp van God, het volk tot op deze plaats gebracht. Hij zou echter het volk niet in het beloofde land mogen brengen vanwege zijn zonde, hij had niet tot de rots gesproken opdat er water uit zou stromen. In zijn boosheid en onbeheerstheid had hij erop geslagen. Deze persoonlijke fout had God ertoe gebracht hem geen toestemming te geven het volk in het beloofde land te mogen brengen.

Mozes wist dat God de grote Leider, Behoeder en Drager van het volk was geweest tijdens deze woestijntocht. Ik citeer hem uit Deuteronomium 1:31: "Hoe de Here, uw God, u droeg, zoals een man zijn kind draagt, op heel de weg, die gij gegaan zijt, totdat gij op deze plaats gekomen zijt."

Op deze tekst baseert ook de godvruchtige dichter van Psalm 62 zijn lofprijs aan God. Hij weet dat de Here God dag aan dag zijn volk draagt.

Wat men onder het Oude Verbond mocht geloven over Jahweh is in Jezus Christus volle werkelijkheid geworden. Jezus Christus is de Goede Herder, die zijn volk leidt en draagt. Hij is de Grote Hogepriester, die zijn volk in de tegenwoordigheid van God draagt. Nergens anders is de metafoor, de symboliek, van de Heer Jezus, die zijn volk door het leven dragen wil duidelijker uitgewerkt dan in de persoon van de Hogepriester. Daarom zullen ons enkele momenten in de persoon en bediening van de Israëlische Hogepriester verdiepen, die een typebeeld van Jezus Christus was.

Als Hogepriester draagt Hij ons, zijn volk, dichtbij zijn hart

De hoofdfiguur in de Israëlische godsdienst was ongetwijfeld de hogepriester. Hij behoorde tot de stam Levi en van het geslacht van Aäron, die de eerste hogepriester werd. De hogepriester droeg een zeer bijzondere ambtskleding, die vol van zinnebeeldige waarde is: een fijn linnen ondergewaad, een prachtig geborduurd opperkleed, een gordel, een tulband, een gouden voorhoofdsplaat en een efod, een kort kledingstuk dat tot aan het middel reikte, waarop het borstschild was vastgemaakt met kettinkjes. Op dit borstschild vestig ik nu de aandacht. Op dit borstschild werden twaalf edelstenen vastgemaakt in gouden zettingen. Op elke edelsteen moest de naam van een stam worden gegraveerd.

Natuurlijk had dit een betekenis en die is niet moeilijk te achterhalen. De stenen vertellen dat hij het volk dichtbij zijn hart droeg. Als hij in functie was - en dat was hij elke dag - droeg hij het volk, vertegenwoordigd in de namen van de twaalf stammen tot in de tegenwoordigheid van de God van Israël. De Hogepriester zei hiermee: "God, dit is het volk, waarvan ik houd, waarvan U houdt. Toon het Uw liefde, toon het Uw tedere en trouwe zorgzaamheid, terwijl het dag in dag uit haar reis door het leven voortzet. U ziet de worstelingen en de strijd, de beproevingen, de pijn en de moeite. Laat het Uw liefde ervaren."
U mag weten: Jezus is de Hogepriester, die altijd leeft en veel van u houdt.

Als Hogepriester draagt Hij ons, zijn volk, op zijn schouders

Op de efod, dat was dus het korte, bovenste gewaad dat tot over de middel reikte, waren op de linker en de rechter schouder elk een grote edelsteen vastgezet. Op elk van deze edelsteen stonden zes stamnamen; in totaal dus de twaalf. De betekenis van deze stenen was duidelijk: als hogepriester droeg hij het volk met al haar lasten en problemen op zijn schouders naar en in de tegenwoordigheid van de Here God.

Hierin is deze hogepriester van het Oude Verbond opnieuw een typebeeld van de grote en blijvende Hogepriester, Jezus Christus. Jezus draagt al zijn kinderen, ook u en mij op zijn schouders. Hij heeft sterke en liefdevolle schouders; Hij kan heel het volk dragen.
Hij draagt ook jou en mij.

Hij draagt ons, juist ook als wij zelf niet meer verder kunnen. Als het leven ons te zwaar dreigt te worden. Als de zorgen ons overweldigen en ons verzwakken. Hij heeft u gedragen door dit jaar, dat zich naar het einde spoedt. Soms dacht u misschien: "Heer, waar bent U toch, Ik zie U niet meer en ik heb U zo nodig." Nu moet ik moet denken aan dat gedicht over de indrukken van voetstappen in het zand.

De voetstappen in het zand

Je wandelt met Jezus door het mulle zand van de levenswoestijn. Met Hem bewust aan je zijde voel je je natuurlijk goed. De sterke Held gaat aan je zij en er kan je niets overkomen, denk je.

Moeilijkheden bleven je echter niet gespaard en er waren momenten in je leven dat je dacht: "Heer, waar bent U nu? Het ging net zo goed. En er waren geen problemen. Ik had vreugde in mijn ziel. Maar toen ik in moeilijkheden kwam zag ik U nergens en Ik voelde U niet. Ik zag uw voetstappen in het zand niet meer naast me. Heer, waar was U toch? Het antwoord van de Heer kwam als een openbaring. "Mijn kind, toen je maar één paar voetstappen in het zand zag en dacht de Heer helpt mij niet meer. Toen, juist toen, droeg Ik je op mijn schouders. Daarom zag je maar één paar voetstappen."

Slot

De boodschap aan het einde van dit jaar is dat Jezus je dragen wil alle dagen van je leven.

Dicht aan zijn hart wil Hij je houden. Een plaats van liefdevolle intimiteit. Een plaats van warmte en geborgenheid. Ik roep je op: laat je dicht aan zijn hart dragen, deze laatste uren van 2003 en elke dag van 2004, die God je wil geven.

Op zijn schouders wil Hij je dragen. Voel je je verloren, ben je afgedwaald. Ben je Hem kwijt? Wees van één ding zeker: Hij zoekt je op in je verlorenheid en wil je terug naar de kudde dragen.
Ik roep je op om Hem te vertrouwen. Geloof dat Hij je draagt met al je last, zorg en pijn. Hij draagt je op zijn sterke, eeuwige schouders. Denk niet in het moeilijke moment: Heer, U bent er weer niet en ik heb U juist zo nodig. Als je maar één paar voetstappen ziet in het zand van levenswoestijn, kun je er zeker van zijn dat Hij je draagt. Houd goede moed, Hij draagt je door het leven.

Ik nodig je uit met de Psalmist je geloof te belijden en dat elke dag, die God je van het nieuwe jaar geeft, te blijven doen: dag aan dag draagt Hij ons (mij), die God is ons (mijn) heil. Amen

~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands