Zwak, maar toch sterk!

een prediking van pastor T. J. de Ruiter, augustus 2004

Tekst: “2 Korintiërs 12:10b, “want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.”

Inleiding

Paulus is door zijn intelligente, diepzinnige brieven in het Nieuwe Testament bekend komen te staan als de grote apostel. Afgaand op zijn geschriften denken velen dat deze apostel een groot, sterk, robuust man moet zijn geweest, gelet op al het werk dat hij verzette. Maar uit sommige dingen, die hij over zichzelf heeft geschreven en ook die, waarin hij heeft opgetekend hoe anderen hem zagen, ontstaat een ander beeld. Paulus laat zich namelijk uit over zijn zwakke kanten en mogelijk ook over kwalen, die hem hinderden.

Paulus verzwakt door een kwaal?

In de brief aan de Galaten is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een verwijzing naar een oogkwaal. In Galaten 4:15 herinnerde hij de Christenen in Galatië - een Romeinse provincie in het huidige Turkije - dat zij 'indien het mogelijk ware, hun ogen zouden hebben willen uitrukken om ze aan hem te geven.' Als we dan ook nog bedenken dat Paulus het weinige dat hij zelf schreef met grote letters schreef - zie Galaten 6:11 - is het beslist niet ver gezocht als we moeten denken aan een oogziekte of kwaal. Voor Paulus, een groot denker en schrijver, beslist zeer ongemakkelijk en hinderlijk.

De schat in het aarden vat

In hoofdstuk 4 van deze 2e brief aan de Korintiërs schreef Paulus over het evangelie en de kennis van God als een schat, die aan de mens als een 'aarden vat' is toevertrouwd. Hier hebben we reeds een verwijzing naar menselijke zwakte, die Paulus zelf ook terdege moet hebben gevoeld, vooral bij zijn veeleisend en dikwijls alles opofferend werk. Een aarden vat is kwetsbaar, een ijzeren vat is niet zo kwetsbaar en zwak. Een aarden vat is snel beschadigd en zelfs kapot te maken. Zo broos ziet Paulus nu de mens, dus ook zichzelf, met zijn lichaam en gehele menselijke constitutie.

Als we in hoofdstuk 10 van deze brief komen werpt Paulus een nieuw licht op zijn persoonlijke zwakte.

Paulus had zwakheden

Paulus was blijkbaar geen grote macho figuur. Hij schreef in 2 Korintiërs 10:10 dat zijn persoonlijke verschijning zwak was en zijn spreken betekende niets. Hij was dus blijkbaar geen grote, dynamische, begaafde spreker. Bovendien was hij in het persoonlijk verkeer - zo schreef hij zelf in de eerste verzen van hoofdstuk 10 - schuchter. Kortom Paulus was geen indrukwekkende verschijning en ook zijn optreden was naar menselijke maatstaven niet bijzonder.

Paulus vond het ook moeilijk om rechten als apostel te laten gelden. Hij was van mening dat hij als apostel te Korinte ‘te zwak’ was geweest. Hij had meer gezag moeten laten gelden als leider en jaren later - toen hij deze brief schreef - besefte hij, vanwege de kritiek die er over hem de kop opstak in de gemeente - dat hij in het begin misschien meer op zijn rechten als dienstknecht van Christus hadden moeten staan; zie 2 Korintiërs 11:21.

Anderen, die zich ook apostel noemden, hadden zich blijkbaar royaal door de gemeente laten verzorgen. Zij hadden niet gelogeerd bij broeders en zusters thuis, maar hadden intrek genomen in het Hilton hotel van Korinte en de rekening gewoon door de gemeente laten betalen. Zij hadden geen genoegen genomen met een kleine vergoeding voor hun bediening, maar stonden op maximale financiële beloning. Paulus daarentegen had weinig of niets willen aannemen van de gemeente, hij had zelfs gewerkt om in z’n onderhoud te voorzien. Dat vonden de gelovigen aanvankelijk best; het evangelie en al het onderwijs dat Paulus hen gaf kostte niets. Maar later vonden zij het toch vreemd, vooral toen andere leraars, predikers en apostelen zich geheel anders gedroegen. Die hadden gezegd: “Wij zijn dienaren van de Allerhoogste Heer en wij laten ons niet afschepen met een fooi of een kleine vergoeding.”

Paulus verzwakt door ontberingen en lijden

Om de gelovigen te laten weten hoeveel moeite hij zich had getroost om het evangelie overal te verkondigen en hoeveel hij ervoor had geleden vertelt hij over alle moeilijkheden, die hij had doorstaan. Hij had gevangenschap verduurd, hij was gestenigd, geslagen, had driemaal in schipbreuk geleden op zee, was in gevaar door rovers geweest, in honger in de woestijn, nachten zonder slaap, dagenlang zonder eten, in kou en in naaktheid (dat is met te weinig kleren aan) enz. enz. O zeker, hij had zijn menselijke zwakheid leren kennen; lees 2 Korintiërs 11:23-29.

Dit alles had niet bijgedragen aan een goede gezondheid, want een lichaam blijft kwetsbaar en verzwakt door ontberingen en ernstige beschadigingen. Hij kan er een blijvende invaliditeit aan overgehouden hebben. In overleveringen wordt hij dan ook mank lopend en gebocheld beschreven.

Hij schreef in 2 Korintiërs 11:30-33 dat hij zich later ook zwak had gevonden door kort na zijn bekering uit Damascus te vluchten omdat de Joden woedend op hem waren en hem wilden laten arresteren. Hun grootste opponent, hun fanatiekste vervolger van de christelijke gemeente, was zelf een christen geworden en stak dit niet onder stoelen of banken, maar ging de strijd met het joodse geloof vakkundig aan. Dit wekte hun woede op en daarom de poging hem uit de weg te ruimen. Maar Paulus liet zich 's nachts buiten de muur zetten en koos het hazenpad. Ik kan me indenken dat een vurige figuur als hij, zichzelf dit later eigenlijk een beetje kwalijk nam.

Behalve de vele ontberingen en onrechtvaardige beschuldigingen en behandelingen kon Paulus ook vertellen van zeer bijzondere geestelijke ervaringen. Maar eigenlijk wilde hij niet pochen over de vele openbaringen en de buitengewone geestelijke belevenissen, die hij had gekregen. Hij wilde zichzelf niet aanprijzen als een bijzonder bevoorrecht leider, die moet kunnen rekenen op steun van de gelovigen. Neen, hij wilde liever in alle eenvoud en openhartigheid spreken over zijn zwakheid.

Als we dan in hoofdstuk 12 van deze brief komen werpt Paulus een nieuw licht op zijn persoonlijke zwakte.

Een doorn in het vlees…

Paulus ervoer zijn menselijke zwakte heel sterk in het lichaam. Hij schreef over een 'doorn in het vlees,' en hij aarzelt niet die aanvallen aan een 'engel van satan' toe te schrijven. Paulus gebruikt dan een beeld dat op krachtige, heftige en pijnlijke aanvallen wijst, die hij niet zomaar kon afwenden. "Een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan."

Omdat Paulus niet duidelijk zegt wat de aard van die satanische kwellingen was, wordt er door uitleggers verschillend gedacht over de aard ervan. De aanvallen waren hinderlijk en pijnlijk - het Griekse woord, dat door 'doorn' werd vertaald wijst inderdaad op een scherp voorwerp, dat wanneer met kracht gehanteerd, diepe en pijnlijke verwondingen veroorzaakte. De aanvallen moeten hem zijn menselijke kwetsbaarheid, zwakte en afhankelijkheid van God hebben moeten voelen.

Omdat Paulus schreef dat hij deze aanvallen als van satan beschouwd, door één van zijn dienaren uitgevoerd, een 'engel van satan,' wordt er gedacht aan werkelijke demonische aanvallen, die lichamelijk werden ervaren. Ook wordt er gedacht aan een lichamelijke ziekte, zoals epilepsie. Sommigen opperen dat Paulus verwijst naar satanische aanvallen in zijn geest, zoals levendige en pijnlijke herinneringen aan zijn vroegere misdaden, het hard en wreed vervolgen van de eerste christenen in Jeruzalem; zie Handelingen 8:1-3.

Als de laatste veronderstelling juist is, weten wij dat het enige verweer tegen deze aanvallen was te blijven staan in het geloof dat zijn zonde tegen de Heer en zijn kerk hem waren vergeven. Met andere woorden, hij overwon door zijn geloof in de genade van de Heer.

De aanvallen verzwakten hem, maar daardoor wist hij zich afhankelijkheid van genade zich gesterkt door de kracht van God. Ondanks de gebeden van Paulus te worden bevrijd van de kwellingen, nam de Heer die pijnlijke aanvallen van de boze niet weg, maar zei tot hem: "Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid."

Recapitulatie

Als we dit alles op ons laten inwerken begrijpen we dat Paulus naar menselijke waardering best wel als een zwak figuur kon worden aangemerkt. Hij had een hinderlijke oogkwaal die blijkbaar niet genas. Hij was schuchter - waarschijnlijk was hij van karaker veranderd bij zijn bekering want daarvoor was hij een fanatieke bruut. Vanwege liefde voor de jonge gemeente wilde hij geen aanspraak op hun portemonnee maken maar werkte met eigen handen naast al zijn werk in prediking en onderwijs. In deze tijd zou men hem waarschijnlijk een cursus in assertiviteit hebben aanbevolen. De gemeente van Korinte heeft hem later op deze handelwijze zelfs bekritiseerd.

We moeten niet vergeten dat hij een zekere geestelijke kwetsbaarheid had vanwege zijn verleden. De kreten en het huilen van de christenen, mannen zowel als vrouwen, die door hem met bruut geweld de gevangenis werden in gesleurd, het huilen van kinderen, die hun ouders erdoor kwijtraakten of er ook in werden gegooid, kon hem jaren later nog achtervolgen. We weten dat dergelijke ervaringen van tijd tot tijd heel levendig en smartelijk uit het geheugen kunnen opduiken.

Als Paulus hier zou zijn zou hij zeggen: "Ja, beste mensen, ik ben een gewoon aarden vat, een zwak mens, dat hebben jullie ook wel gemerkt, maar dit is niet het einde van mijn verhaal. Want, luister, als ik zwak ben, dan men ik juist machtig, dat heeft de Here Jezus mij zelf duidelijk gemaakt."

Laat mij dan, tenslotte stilstaan bij deze paradoxale stelling: "Als ik zwak ben, dan ben ik machtig."

Zwak... en toch krachtig!

Eerst een opmerking: afgaand op het Griekse woord dat Paulus hier gebruikte kan er beter vertaald worden met 'krachtig,' of 'sterk.'

Ik zei reeds dat deze verklaring paradoxaal is, dat is ogenschijnlijk tegenstrijdig. Want hoe kun je zeggen sterk te zijn als je zwak bent? Het geheim tot het verstaan van deze uitspraak is de geestelijke realiteit. Het zien van de dingen en jezelf, zoals de Heer het ziet en wil. Het doel van de Heer is niet dat zijn kinderen zichzelf groot gaan wanen en zichzelf op de borst gaan slaan en zeggen: "Zie je wel hoe groot en hoe sterk ik ben. Ik ben een super geestelijk mens." Neen, dat wil de Heer niet en dat mag ook niet. De Vader in de hemel wil dat de Zoon wordt verheerlijkt en inderdaad alle eer en glorie zal ontvangen van de mensen, die Hij met de prijs van zijn leven heeft vrijgekocht. Mensen, die zichzelf verheffen, zijn Hem een gruwel, vooral als het mensen zijn, die weten dat zij door genade zijn behouden en vernieuwd. Dat alles is nog het allerverschrikkelijkst. Geestelijke hoogmoed is een valstrik, waarin alle christenen kunnen vallen, maar vooral geestelijk leiders lopen hier gevaar. Sommige leiders van succesvolle, grote gemeenten en wereldbekende evangelisten zondigen met de zonde van koning Nebuchadnezar, die van de stad Babel zei - lees het in het boek Daniël: "Dit is het grote Babel, dat ik heb gebouwd." God sloeg hem met een oordeel: hij werd enige tijd krankzinnig, aan een dier gelijk en moest buiten de gemeenschap worden gestoten.

Als we als christenen iets moois en goeds doen, laat ons dan nederig alle eer en glorie aan de Heer geven en het toeschrijven aan zijn kracht en genade.

Slot

Misschien moet je, zoals Paulus, terugkijken op een zondig, misdadig verleden. Soms droom je er 's nachts van en je voelt je aangevallen. Misschien word je na zo'n nare droom angstig, verward en badend in het zweet wakker.

Misschien ben je ziek en lijd je pijn en denk je dat je te zwak bent om iets voor de Heer te kunnen doen. Je bidt om genezing, maar die is (nog steeds) niet gekomen. Spreekt de Heer misschien tot je "Mijn genade is jou genoeg, want mijn kracht openbaart zich te pas ten volle in (menselijke) zwakheid?

Ik denk hier terug aan mijn moeder, een godvruchtige christin. In de laatste jaren van haar leven leed ze aan een verzwakkende hartkwaal - die ook haar doodsoorzaak werd. Ze lag op bed en buren en vriendinnen kwamen bij haar om haar te troosten, maar zij gingen zelf getroost en bemoedigd terug naar huis. Jaren na haar overlijden spraken de mensen nog over haar geloof en inspiratie, die van haar tot hen was uitgegaan. In haar zwakte openbaarde zich de kracht van God.

Hoe zwak je ook als mens bent, hoe broos en beschadigd reeds het 'aarden vat' is, waarin je woont, bedenk dat de kracht van God zich juist door jou wil manifesteren. Leer kijken naar jezelf en de situatie, waarin je bent, vanuit de positie van de Here Jezus en kom tot een geheel nieuw inzicht, dat als je zwak bent, je juist machtig kunt zijn. Hoe? Door de kracht van God, die je sterkt met zijn Geest en machtig door jou heen werken wil! Amen.

~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands