Pas op voor de afgoden!

een prediking van pastor T. J. de Ruiter, november 2008
 

Kinderen, wees op je hoede voor de afgoden.
1 Johannes 5:21 (NBV)
 

Inleiding

In de tijd toen deze brief werd geschreven – het was de eerste eeuw na Christus, de tijd van het Romeinse Rijk en de Griekse cultuur – had men veel afgoden. In de meeste steden stonden tempels met afgoden en altaren. De goden werden geëerd, er werd aan ze geofferd en ze werden gediend. Bekenden afgoden uit de tijd en cultuur waren Zeus, Apollo, Jupiter en Astarte of Diana, de godin die in Efeze fanatiek werd geëerd. De verschillende goden woonden allemaal samen - zo meende men toen - in de nevelen boven de top van de Olympus, de hoogste berg van Griekenland. Men geloofde dat ze daar leefden als gewone mensen: ze aten, dronken, kletsten, jaagden, feestten, werden verliefd, trouwden, maakten ruzie en legden het weer bij. Soms maakten ze uitstapjes naar de aarde om mensen een handje te helpen. Men geloofde dat de meeste goden en godinnen  familie van elkaar waren of vrienden of vijanden. De dondergod Zeus was de baas, de Oppergod, hij besliste wie er gelijk kreeg bij meningsverschillen en hoe goden of mensen die de regels hadden overtreed werden bestraft. Zijn broer Hades heerstte in de onderwereld, het gebied onder de aarde, waar volgens de Grieken de doden woonden.

In het licht van de wijd verbreide afgodendienst in zijn tijd is de vermaning van de apostel Johannes zeer zinvol. Hadden de afgoden macht en waren ze een gevaar voor Christenen? In zeker opzicht wel want de verering van goden was verweven in de hele cultuur en samenleving. Er werd ook geld aan de afgodenverering verdiend - denk maar aan de handel in allerlei voorwerpen die met de verering van Artemis in Efeze had te maken. Toen de handel van zilveren tempeltjes van Artemis door de prediking en het onderwijs achteruit ging ontstond er een groot oproep in de stad die maar met moeite tot bedaren kon worden gebracht (Handelingen 19 vanaf vers 23).

Paulus waarschuwde in 1 Korintiërs 10:14-22 dat de christenen zich verre moesten van de afgodendienst. Hij wees erop dat christenen omdat zij een band met Christus hebben en deel zijn van zijn lichaam niet moeten meedoen aan heidense afgodendiensten in de tempels. In die tempels werden regelmatig sociale en zakelijke maaltijden gehouden waar men vlees at dat aan de tempelgod was gewijd. Het was dus geen gewoon vlees meer maar had een geestelijke lading van de afgod gekregen. Paulus onderwijst hier ook dat achter de afgod, het beeld dat in zijn naam wordt geëerd en aanbeden een demon zich schuilhoudt. Een demon is een geestelijk wezen dat zich onafhankelijk van en in rebellie tegen de almachtige God heeft geplaatst.

De apostel Johannes zal zeker aan die gevaren voor de eerste christenen in zijn hebben gedacht. Met andere uitleggers ben ik het echter eens dat Johannes ook aan veel subtielere vormen van afgoderij moet hebben gedacht toen hij deze laatste vermaning van zijn brief schreef. Hij zal gedacht kunnen hebben aan de afgoderij aan mammon, de god van het geld en aan de afgod het ‘zinnelijke genot’ en de afgod ‘de mens.’
 

Waarschuwing tegen afgoderij in deze tijd

Christenen buigen zich niet voor afgodsbeelden en aanbidden ze niet, toen niet en nu ook niet. Het is echter wel mogelijk dat gelovigen, hoewel uitwendig godvruchtig en vroom, zich in hun hart toch aan een levensstijl en dingen vasthouden die de plaats van God in het hart innemen. En God behoort toch de eerste plaats in te nemen en met het gehele hart gediend en aanbeden te worden. Alles wat die plaats inneemt kan met recht een afgod genoemd worden en dat is God een gruwel. Welke afgoden zijn er in deze tijd? Ik noem als eerste de mammon, de afgod van geld en rijkdom.

De afgod mammon

De mammom is dus de afgod van het geld en de rijkdom of het bezit. Het woord komt uit het Aramees en betekent 'schat' of 'rijkdom' en werd door Jezus gebruikt in Matteüs 6:24 en Lucas 16:9,13. Jezus, verklaarde onomwonden dat gelovigen of God of het geld dienen, "Jullie kunnen niet God dienen en de mammon." We zouden het vandaag ook zo kunnen zeggen: “Je vertrouwt uiteindelijk op God of de mammon.”

We zien dat onze overheid kiest voor het geld, de economie. Het geld, de schatkist, bepaalt het beleid en niet de wil van de God, de hemelse Vader. In het beleid van de overheid draait alles om het geld. God en zijn wil krijgen hebben geen enkele prioriteit en de roep om herstel van normen en waarden is en blijft een zwak geluid. Het beleid van de overheid weerspiegelt de instelling van de meeste Nederlanders: alles draait om het geld.

In hoeverre jij het geld jouw persoonlijk welzijn en geluk laat bepalen en in hoeverre jouw persoonlijke beslissingen op basis van de hoeveelheid geld worden gemaakt, is iets dat jij zelf het beste weet. Het komt er maar op aan om eens eerlijk naar je eigen leven te kijken. Kijk bijvoorbeeld eens eerlijk naar de verhouding tussen het geven de Heer en zijn werk en het uitgeven aan plezier en vermaak.

Mammon wankelt

Het is geen nieuws als ik zeg dat we in een tijd van crisis leven en de laatste berichten van allerlei experts wijzen er op dat het nog slechter zal worden dan nu het geval is. Niemand, noch de overheid, noch allerlei financiële instanties, noch de financiële experts durven te voorspellen wat er ons allemaal te wachten staat. Een grote recessie, een teruggang in de economie en zelfs misschien een depressie, een zware, donkere tijd, staat ons misschien te wachten.

De mammon waarop velen hun grootheid bouwen, wankelt. God of het Goud en het Goed is uiteindelijk maar één letter verschil. Het verschil tussen het dienen van God of de mammon is subtiel. Juist in moeilijke tijden zal blijken waarop of wie we ons vertrouwen stellen. Moeilijke tijden kunnen door God worden gebruikt om het geloof te beproeven en te louteren.

Wat moet er worden gedaan? Misschien moeten ook veel christenen belijden dat ze eigenlijk meer op aardse rijkdom hebben vertrouwd dan op God.

In plaats van zich te bekeren tot de levende God die alles geschapen heeft en nog onderhoudt en regeert, spannen veel grote monetaire leiders in binnen- en buitenland zich in om het monetaire systeem, een systeem dat de mammon dient, ten koste van veel overeind te houden.

We zitten met z’n allen in een neerwaartse spiraal die met name ook door christenwetenschappers in ons land al geruime tijd was voorspeld. Veel materiële zekerheden worden ons ontnomen. Nogmaals: zou het kunnen zijn dat God de Heer ons wil leren dat we uiteindelijk op Hem alleen moeten vertrouwen en ons vertrouwen niet op aardse zaken en schatten moeten stellen. We zingen toch:”

“Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God.
Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij.
‘k Zie naar Hem op en weet
Hij is mij steeds nabij.”

We geloven dat ook in deze tijd de Heer regeert en de uiteindelijke regie heeft over het wereldgebeuren, ook over het monetaire en het economische gebeid. Onze concentratie moet van mammon af en gericht worden op Hem die alles regeert. Als dat zo is, dan is de crisis die we nu beleven een bons op onze deur. Het zal opletten op onszelf zijn: waar blijft onze trouw aan en liefde voor de Heer? Waar is onze dankbaarheid jegens Hem? Dankbaarheid komt alleen als we ons leven zien in het licht van het grote heil dat Hij ons is komen brengen, ook nu er de ernstige wereldwijde crisis steeds grotere vormen begint aan te nemen. Het lijkt me goed om in dit verband iets meer te zeggen over het woord ‘crisis’ op grond van de Bijbel.

De betekenis van het woord crisis

Het woord ‘crisis’ is van oorsprong een Grieks woord dat ook in het Nieuwe Testament voorkomt en dat meestal - indien niet altijd - vertaald wordt met ‘oordeel.’ Verschillende malen heeft het betrekking op de toekomst, met name op de dag van het grote oordeel. Zoals in Hebreeën 9:27: “Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel.” Ik zou kunnen stellen dat het grote oordeel van God over de mens voor hem de grootste crisis van zijn bestaan zal zijn. Over dit grote oordeel schreef ook Johannes in het boek Openbaring. Hij zag een grote, witte troon en alle mensen moesten ervoor verschijnen en werden geoordeeld (Openbaring 20:11).

Gelovigen die echter tot het einde in het geloof volharden en niet afvallen zullen niet in het grote eindoordeel komen, maar zullen voor de rechterstoel - Grieks de ‘bema’ - van Christus beoordeeld worden en van hem al dan niet hun beloning en de toekomstige status in zijn koninkrijk toegewezen krijgen (2 Korintiërs 5:10).

Wie belijdt dat hij zich door het bloed van het Lam heeft laten reinigen van de zonde is behouden en komt niet in het oordeel, de grote eindcrisis. Jezus zelf heeft dit beloofd in Johannes 5:24: “Wie naar mijn woord luistert en Hem gelooft die mij gezonden heeft over hem wordt geen oordeel uitgesproken.” (Oudere vertaling: “Komt niet in het oordeel.”) Ook hier staat in het Grieks het woord crisis. Die in Jezus gelooft komt niet in die grote crisis of er zal over hem geen veroordeling worden uitgesproken. Ja, de afgod Mammon wankelt voor velen en maak dat steeds meerderen in een crisis terecht komen. Maar onze God en zijn heil zullen nooit wankelen. Daarom: Wat er ook gebeurt, vind je vastheid in de Heer en bouw niet op aardse schatten en rijkdom. Ik wil nog iets noemen dat voor velen in feite een afgod is geworden.

De afgod TV en de computer

Op zichzelf zijn de TV en de computer geweldige uitvindingen en de toestellen en apparaten zijn op zichzelf geen afgod het is maar wat zij voor de mens gaan betekenen. Dit geldt in feite ook voor het geld, papier of munt of waardepapieren. Op zichzelf zijn ze geen gevaar, maar wat gaat ze voor de mens betekenen en hoe gaat hij zijn hart op ze zetten?

Er wordt meer en meer gewezen op het gevaar van verslaving aan de TV en de computer. Is de TV geen afgod voor velen? Hoewel uren worden er niet voor het apparaat doorgebracht en wordt er naar alles gekeken wat er maar te zien is.

Steeds meer mensen raken verslaafd aan de computer en het internet en allerlei computervermaak. Dit kan voor opgroeiende en studerende kinderen een storing in hun persoonlijke ontwikkeling veroorzaken. Experts waarschuwen hiertegen ook steeds meer.

Erg is dat ook jonge kinderen naar alles op TV en de computer kijken en er verslaafd aan kunnen raken. Ze kunnen niet meer leven zonder de TV en de computer. De vermaning is dus: laat de TV en de computer dus geen afgoden voor je worden. Geef God de tijd en de eer en het vertrouwen dat Hem toekomt.

De afgod mens

In de tijd van de apostelen waren veel afgoden afgebeeld in de gedaante van een mens, daarom stond er in elke tempel wel een menselijk beeld. We zouden kunnen zeggen dat er een ontwikkeling door de eeuwen heen in de cultuurvolkeren had plaatsgevonden. De oude Egyptenaren, zoals in de tijd van Mozes aanbaden dieren als afgoden. De latere Grieken en Romeinen hadden beelden met een menselijke gedaante. In feite werd dus mens werd aanbeden.

We leven in de tijd, waarin oosterse leringen zelfs doordringen in de gemeente van Christus. Veel Oosterse religieuze denkbeelden stellen de mens in feite centraal. Er wordt gezegd: God is in de mens. De goeroes zeggen: “God is in jou, je moet hem alleen in je ontdekken. Ik zal je helpen en leiden om zelf god te worden.”  Meestal kost alleen heel veel geld - want je moet er iets voor over hebben om god in je vinden.

Maar er kan ook een ander aspect over de verering van de mens die veel op die van verering van een afgod gaat lijken. Er is een toenemende aandacht voor het lichaam die in steeds grotere mate de gedaante en inhoud van aanbidding aanneemt.. Dit was ook een kenmerk van de Griekse en Romeinse culturen van de Oudheid toen zij in het vervalstadium kwamen.

Het lichamelijke krijgt alle aandacht, het lichamelijke aspect van de mens heeft het geestelijke aspect geheel in de achtergrond geplaatst; het draait geheel om het lichaam. Hoeveel wordt het niet uitgegeven aan de moderne verzorging van het lichaam en hoe weinig aan de verzorging van de ziel. De tv en reclame in magazines spelen met grote slimheid in op de aandacht voor het lichaam in. Het lichamelijke wordt bewonderd en lichamelijke prestaties worden overgewaardeerd. We hadden de Olympische Spelen en de wereld vergaapte zich aan de prestaties van atleten. Het ging om minimale verbetering in prestaties soms van een tiende deel om nog minder van een seconde. De wereld vergaapte zich aan de prestaties van de sporthelden. Luister, lieve mensen, op zichzelf zijn verzorging en prestaties niet zondig maar wel als zij de mens geheel of grotendeels in beslag nemen en de verering van de Grote Almachtige God daardoor naar de achtergrond wordt verdrongen. Johannes vond het nodig de christenen te waarschuwen voor het gevaar van de afgoden. Zo vind ook ik het nodig dat er in deze tijd voor de moderne afgoderij wordt gewaarschuwd.

Slot

Ik roep daarom een ieder op om zich te onderzoeken of er geen afgod gediend wordt en zo ja, beleid je zonde aan de Heer, bevrijd je van de afgoderij en ga God dienen met je gehele hart.

In deze genadetijd heeft Gods Geest als Hij zonde openbaart altijd de bedoeling te reinigen en niet te veroordelen. Als de Heilige Geest je van zonde overtuigt kun je reiniging en heiliging ontvangen. Belijd je zonde, bevestig je geloof in vergeving en dank de Heer voor zijn grote goedheid en oneindige genade. Zo zul je door de grote eindcrisis komen met dankbaarheid jegens Hem die jou ervan bevrijd heeft.  Amen.

~~~~~~

Vragen of aangesproken? Contacteer: Pastor T. J. de Ruiter

Voor de ondersteuning en instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter. Stort uw bijdrage op rekening 44.71.11.973 ten name van Stichting Christian Revival Ministries te Leusden.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Site Ministry, sinds 2005 / preek gepubliceerd 27 november 2008  / T. J. de Ruiter / The Netherlands