Recht op euthanasie en zelfdoding?

Een actuele publicatie in de rubriek 'ethisch commentaar en appel'

Predikant T. J. de Ruiter

Het is gemakkelijk als gezond mens over het lijden van anderen te praten want men voelt niet wat de zieke ervaart en als er ernstig lijden is voelt men zich zo machteloos. Inderdaad, er is misschien niets zo persoonlijk als het lijden. Hoe voelt een zieke zich die dagelijks heel veel pijn lijdt en te horen krijgt dat zijn ziekte ongeneeslijk is? Hoe voelt iemand zich die het leven moe is en wegzinkt in een ellendige spiraal van zinloosheid en donkere leegte? Vast staat zeker dat in zulke situaties de persoonlijke wereldbeschouwing en visie op het leven een mens tot een lotbepalende houding en diep ingrijpende beslissingen zullen kunnen brengen.

Dat een ernstig zieke of een hoogbejaarde mag verlangen heen te gaan zal niemand willen betwijfelen of betwisten. Het menselijk leven heeft nu eenmaal een einde en onder bepaalde omstandigheden is het natuurlijk dat men naar dit einde verlangt. Een dergelijk verlangen behoeft beslist niet per se als ouderdomsdepressiviteit gediagnosticeerd te worden. Maar dat men zich voor het beëindigen van het leven zou kunnen beroepen op een wetsbepaling druist in tegen fundamenteel ethische en godsdienstige principes.

De Oostenrijkse Christen democraat Gatterer, rapporteur over de euthanasiezaken van het parlement van de Raad van Europa schreef: "De wens van een ongeneeslijk zieke mag nooit een juridische rechtvaardiging voor een derde zijn hem te doden." Zij wijst echter ook op het recht van elke ongeneeslijk zieke waardig te sterven. “Het recht en de bescherming van leven moeten in alle stadia van het bestaan worden gerespecteerd.”

Het Joods en Christelijk geloof, dat een grote vorming op veel van het denken en de wereldbeschouwing van de westerse mens heeft gemaakt stelt dat het leven een geschenk is van de grote, goede Schepper en dat mens geschapen naar zijn beeld en gelijkenis (Genesis 1:26,27). De godvruchtige Psalmdichter David bezingt en bejubelt God, want Hij heeft hem als mens, inclusief het lichaam, wonderbaar gemaakt. Ik citeer Psalm 139:13-16:“Want Gij hebt mijn nieren gevormd, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid, wonderbaar zijn uw werken; mijn ziel weet dat zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen, toen ik in het verborgene gemaakt werd, gewrocht in de diepten van het aardrijk; uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in uw boek waren zij alle opgeschreven. de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond.” In Psalm 31:16 verklaart de godvruchtige gelovige dat zijn leven in Gods hand is: “Mijn tijden zijn in Uw hand, red mij uit de hand van mijn vijanden en vervolgers.” Jezus Christus leerde dat de mens niet de eigenaar van zijn leven is maar een rentmeester, een beheerder. Hij zei in lees Lucas 12:15: "Want ook als de mens overvloed heeft, behoort het leven niet tot zijn bezit." In het betreffende verhaal over de rijke man zei Hij vervolgens: "Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist." Op grond van het onderwijs in de Bijbel kan zondermeer worden vastgesteld dat de opzettelijke, eigenmachtige beëindiging van het leven een belediging is van God die het prachtige en waardevolle geschenk had gegeven.

Uit het bovenstaande volgt dat God als de Ontwerper en Eigenaar van mijn leven is, Hij ook de waarde, de zin en het doel van mijn bestaan moet hebben bepaald. Dit beginsel geldt dan voor het gehele leven, van begin tot het einde. Alleen door het luisteren naar Hem kan ik iets leren over de waarde ervan. De waarde en zin van mijn leven trachten te bepalen zonder naar Hem te luisteren is eigenwijze menselijke autonomie.

Hier is een definitieve breuk met alle atheïstisch en humanistisch denken dat geen rekening wil houden met een soeverein, almachtig Schepper die bij ons individueel leven nauw betrokken wil zijn - ook bij het lijden, in ziekte en in het stervensproces.

Ik kan me voorstellen dat bovenstaande visie op het leven met de daaruit voortvloeiende levensbeschouwelijke consequenties op andersdenkenden eng en onbarmhartig kan overkomen. Het is  echter juist deze overtuiging die ons aanzet tot een intensievere psychologische en pastorale begeleiding van hen die moe van het leven zijn geworden en een betere palliatieve zorg voor hen voor wie er geen genezing meer is. Juist ook vanuit de politiek zou hieraan meer beleidsmatige en praktische aandacht dienen te worden gegeven.

Leusden, 30 januari 2003
 

E-mail Pastor T. J. de Ruiter

Site 'Inspiratie & Inzicht,' sinds 1997 / pagina sinds 2003, herzien 31 augustus 2011 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands