Israël
en
haar
land in de
toekomst
7
T. J. de
Ruiter, predikant en leraar in de Pinksterbeweging
Hoofdstuk
47:13-23. De grenzen van het
Millenniaanse land
Voor
de toekomstige grenzen van het land dat de HEER aan Israel wil geven
moeten we gaan naar Ezecihël 47:13-23. Het is belangrijk dat
we grenzen waarover de profeet spreekt vergelijken met de belofte aan
Abraham in Genesis 15:18 en
naar Deuteronomium
11:24, waar Mozes geschreven heeft over de grenzen). Ik maak enkele
opmerkingen bij wat Ezechiël erover schreeft. In 47 :16
wordt ‘Hamat’ genoemd waarvan sommigen denken dat de plaats Hamat
aan de Orontes werd bedoeld. Anderen denken echter dat die plaats het
niet kan
zijn omdat die te ver naar het Noorden ligt. Het
is merkwaardig dat het Hebreeuwse woord ’perath,’ dat soms moet worden
vertaald als
Eufraat zoals o.a. in Jeremia 51:63,
maar letterlijk betekent het oorspronkelijk een 'snelstromende rivier,'
ook Genesis 15:18 en Deuteronomium 11:24
als duidend op de Eufraat wordt opgevat. Het woord kan
echter dus op elke
snelstromende rivier slaan.. De meeste plaatsnamen die door
Ezechiël werden
genoemd om de noordgrens aan te duiden zijn niet meer met zekerheid te
lokaliseren.
Het is schijnt wel zeker te zijn dat die ergens ten Noord-westen van
Damascus
zal komen, (vers 17 en 18). Ook is het niet echt duidelijk dat de
'Oostelijke
Zee' de Dode Zee zal zijn, (vers 18). Het zou misschien de golf van
Akaba kunnen
zijn, (Raadpleeg de landkaart). De westelijke grenzen worden gevormd
door de
Middellandse Zee en 'de rivier van Egypte'. Over deze 'rivier van
Egypte'
bestaat ook verschil van mening. Sommigen denken hier aan de Nijl. Maar
het
lijkt anderen -ook mezelf - onwaarschijnlijk dat de Nijl, de hoofdader
van Egypte, de grens van
Israël zal vormen. Er moet veeleer
gedacht worden aan de 'beek van Egypte' een kleine wadi die in
de Sinaïtische
peninsula loopt en uitmondt in de Middellandse Zee. Dit gebied is nooit
onder
het beheer van Israël geweest, zelfs niet tijdens de regeringen
van David en
Salomo. Tegenwoordig - ik schrijf 1975 - is dit gebied wel bezet door
de Israëliërs
maar het is nog niet bewoond.
Samenvattend
kan gezegd worden dat het door de Joden bewoonde gebied zich zal
uitstrekken
van de 'wadi van Egypte' naar het noorden, tot dichtbij Damascus, met
de
oostelijke grens lopend ten oosten van de Jordaan naar de Dode Zee of
de Golf
van Akaba.
Tenslotte
geven we aandacht aan de door Ezechiël opgeschreven indeling van
het land onder de stammen. Zij
stammen ontvangen hun erfdeel op een andere wijze dan vroeger het geval
was.
Vers 1-7. Hun gebied ligt in naast elkaar liggende stroken die zich
uitstrekken van de Middellandse Zee tot het uiterste oosten van het
gebied. De
'heffing' - zie hoofdstuk 45 - ligt op de hoogte van Jeruzalem, en deze
zal
geheel gewijd gebied zijn. Vijf stammen ontvangen hun erfdeel ten
zuiden van deze
heffing. Deze 'heffing' zal 25.000 meet roeden breed zijn, dat is 14
km, en
loopt zoals de erfdelen van de stammen als een strook land van west
naar oost.
In dit gebied is een offerande, e en heilige heffing, 25.000 el lang
(14 km.)
en 10.000 el breed (5600 meter) voor de priesters bestemd en er ligt
een even
grote heffing voor de Levieten met daaronder het overschot van 5000 el,
waarin
de stad ligt, (vers 15). Een vierkant gebied van 14 km bij 14 km zal
een
speciaal gebied zijn. (Voor de verduidelijking van het een en ander
raadpleeg
de landkaart). Verder
zij nog opgemerkt dat er twaalf stammen geteld worden plus de Levieten;
Deze
verdeling wordt bereikt door Jozef in z’n twee zonen te verdelen. De
stammen
Juda en Benjamin die David eens trouw
bleven krijgen ook nu weer een plaats dichtbij het heiligdom, namelijk
respectievelijk ten noorden en ten zuiden ervan.
Reageren?
e-mail...
Pastor
T. J. de Ruiter
Site
'Inspiratie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010/ pagina sinds 11 maart
2011, herzien 12 maart 2011 / T. J. de Ruiter / The Netherlands