Het Koninkrijk van God

T. J. de Ruiter, predikant en bijbelleraar in de Pinksterbeweging
 

Inleiding

In het gebed dat de Heer ons leerde bidden, het 'Onze Vader,' komt de regel voor: "Uw Koninkrijk kome." Hoewel de meeste christenen dit gebed wel kennen weet menigeen niet precies wat er met het 'Koninkrijk van God' wordt bedoeld en hoe volgelingen van Jezus zowel gestalte in het heden als aan de toekomstige verwezenlijking ervan behoren mee te werken. Het behoeft ons dan ook niet te verbazen dat er onjuiste leringen over het Koninkrijk van God zijn. Daarom zal ik in deze studie de betekenis van het Koninkrijk van God proberen duidelijk te maken en de verschillende aspecten ervan aan de hand van de Bijbel te belichten. We beginnen met de Joodse verwachting ervan, zoals die in de dagen van Jezus heel sterk aanwezig was.

1. De Joodse verwachting van het koninkrijk van God

Johannes de Doper, de heraut die de komst van de Messias aankondigde, blies na lange tijd van profetische stilte het concept 'Koninkrijk van God' nieuw leven in voor zijn volksgenoten. Hij predikte, (Matteüs 3:2): "Bekeert u, want het Koninkrijk van de hemelen is nabij gekomen." Jezus zette deze prediking met Messiaanse kracht en diepere inhoud voort. Matteüs 4:17: "Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk van de hemelen is nabij gekomen."

Ik wijs erop dat Matteüs bij voorkeur de uitdrukking 'koninkrijk van de hemelen' gebruikt en Lucas 'koninkrijk van God.' Het is interessant om in de evangeliën teksten zoals o.a. Matteüs 13:31 met Lucas 13:18 te vergelijken. Het is echter duidelijk dat de benamingen dezelfde betekenis hebben.

De Joodse verwachting bevatte een nationaal herstel als volk met een koning uit het geslacht van David op de troon. Deze verwachting was gebaseerd op de geschiedenis en profetieën. Veel profeten hadden over een toekomstig herstel van het Joodse volk met een koning uit het geslacht van David op de troon gesproken,  (o.a. 2 Samuël 7:13; Jesaja 9:6; Micha 4:7; Zacharia 14:9,10; Lucas 1:32). Toen dan ook Johannes de Doper - en na hem Jezus - het herstel van het koninkrijk van God predikte, vertolken de Joden dit als een spoedig herstel van hun nationale vrijheid en grootheid, want het was in die tijd een provincie van het Romeinse Rijk. Deze verwachting was ook bij de discipelen - zelfs nog na kruisiging en opstanding van Jezus - zeer sterk aanwezig (Handelingen 1:6). Jezus ging echter terug naar de hemel zonder het herstel van Israël gerealiseerd te hebben - zij had Hem immers verworpen. De bittere teleurstelling van de discipelen vanwege het feit dat Jezus het koningschap niet op zich nam, maar naar de hemel vertrok, is duidelijk te merken in de verslaggeving van Handelingen hoofdstuk 1.

Waarom vervulde Jezus niet de Joodse verwachting van het koninkrijk van God? Was hun verwachting onjuist? Neen, dat was niet het echte probleem. Het probleem was dat zij de voorwaarden niet wilden vervullen. Die voorwaarden waren:

a. Berouw of zonde en bekering.
b. De beslissing een leven te gaan leiden, zoals God dit wil.
c. Te geloven in Jezus Christus als de Zoon van God, de koning van het koninkrijk.

Als Jezus als koning zou gaan regeren moest Hij een volledig gehoorzaam volk hebben dat Hem met haar gehele hart als koning wilde. De gewone mensen waren wel gewillig in Hem te geloven maar de leiders niet. Johannes de Doper had reeds doorzien dat het hart van de leiders trots, legalistisch en hypocriet was. Zij bekeerden zich niet echt van hun zonde. Zij hadden zich niet openlijk verzet tegen Johannes de Doper maar jegens Jezus hadden zij in toenemende mate openlijke vijandigheid getoond. Hun vijandigheid resulteerde uiteindelijk in zijn kruisiging door de Romeinen.

 
2. Jezus was het koninkrijk van God onder de mensen

In Lucas 17:20,21 gaf Jezus een bijzondere verklaring. Hij zei: "Het Koninkrijk van God komt niet zo, dat het te berekenen is; zie hier is het of daar! Want zie, het Koninkrijk van God is bij u."

Voor een juist verstaan van deze verklaring is het belangrijk om te weten dat het Griekse voorzetsel 'entos' vertaald kan worden door 'in,' 'bij,' 'onder,' of 'binnen in.'
Er kan dus hier ook vertaald worden door 'Het Koninkrijk van God is 'onder' of 'binnen in u.' Men moet voor een juiste vertaling het verband, zowel het onmiddellijke als het bredere, waarin deze verklaring met dit voorzetsel éntos' staat, nauwkeurig bestuderen. De Nieuwe Bijbelvertaling heeft hier: "Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik."

Hoe we 'entos' ook willen vertalen, we kunnen het erover eens zijn dat er in en door Jezus een volmaakte manifestatie was van het Koninkrijk van God temidden van de verdorven menselijke samenleving. In Hem kwam de heerschappij van de Almachtige God tot zijn volmaakt recht. Jezus onderwierp zich in volkomen gehoorzaamheid aan de wil van God, zijn Vader. Het doen van de wil van God was zijn dagelijks voedsel, (Johannes 4:34).

Als de Joden met hun gehele hart hun geloof aan Jezus hadden gegeven en zich aan Hem hadden willen onderwerpen was het koninkrijk van God in Israël mogelijk geworden. Daarom kunnen we inderdaad ook stellen met de Nieuwe Bijbel Vertaling dat het koninkrijk van God met Jezus binnen het bereik van Israël was gekomen.
 

3. Het koninkrijk van God en de gemeente, de ‘ekklesia’

Jezus zag in dat Hij door zijn eigen volk verworpen ging worden en besloot een nieuwe gemeenschap op te richten van gelovigen aan wie Hij zijn boodschap en de kennis van Gods doelstellingen kon toevertrouwen. Hij zelf zou de leider zijn bij wie zijn volgelingen veiligheid zouden vinden. In Johannes negen lezen we het verhaal over de genezing van de blind geboren man die door de Joodse leiders uit de synagoge werd geworpen omdat hij Jezus eerde. Toen Jezus hem ontmoette beleed hij zijn geloof in Hem, (Johannes 9:37,38). Daarna - lees hoofdstuk 10 - sprak Jezus over zichzelf als de Goede Herder die een kudde schapen heeft die zijn stem kennen en Hem volgen. Die kudde was uiteraard de gemeente die ging ontstaan.

De gemeente is dus de gemeenschap van gelovigen waarvan Jezus het hoofd is. De leden van de gemeente hebben zijn oproep verstaan om zich voor te bereiden op de komst van het koninkrijk van God. Zij zullen hun leven volgens de morele code van het koninkrijk proberen in te richten terwijl zij in een maatschappij leven die de boodschap van de komende koning en de leefwijze van het koninkrijk verwerpt. Jezus heeft het ook voorzegd dat de wereld zijn volgelingen zou haten zoals ze hem gehaat en verworpen hadden, (Johannes 15:18,19). De kerkgeschiedenis toont aan dat deze voorspelling is uitgekomen. Zij die een echt godvruchtig leven wilden leiden en zich aan de standaard van het leven in het koninkrijk wilden houden zijn vervolgd en soms ook gedood - zelfs door de werelds georganiseerde kerk. Deze situatie duurt voort tot in onze tijd.

Niemand is volmaakt als Jezus in het doen van de wil van God. Ook al mogen wij ons kinderen van God noemen we behoren toch niet de pretentie te hebben dat wij in onze handel en wandel volmaakt als Jezus zijn. Volgelingen van Jezus behoeven zich echter door hun menselijke zwakheid niet te laten deprimeren, want zij leven niet onder de wet die veroordeelt maar onder de genade die rijkelijk elke dag over hen wordt uitgestort. Als kinderen van het koninkrijk weten we dat God ons niet vanwege onze zonden en het veelvuldig falen veroordeelt maar ons altijd de kracht wil schenken om ons in staat te stellen te leven naar zijn wil. In een ieder die dit begrijpt, accepteert en doet, kan het koninkrijk van God zich gaan manifesteren, (Filippenzen 1:6; 2:13).
 

4. Kenmerken van het leven van het Koninkrijk van God

Paulus schreef in Romeinen 14:17 over de kenmerken van het koninkrijk van God in het leven van de gelovigen: "Want het Koninkrijk van God bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest." Laat me een weinig uitweiden over de betekenis van wat Paulus hier schreef.

Het eerst kenmerk dat hij noemt is gerechtigheid. Gerechtigheid duidt op de wijze van leven zoals God dat wil: leven in waarheid, in liefde en met respect voor anderen. Ook duidt gerechtigheid op een integere instelling en levenswandel, waarbij de mens in alles de wil van God prefereer zoals Jezus dat deed. Als we zo leven kan God zich de Koning van ons leven noemen. Het gevolg van de regering van God in ons hart en leven zal vrede en blijdschap zijn die door de Heilige Geest in ons binnenste worden verwekt. Deze vrede en vreugde zijn boven ons begrip want ze komen niet uit onze eigen menselijke natuur maar door de aanwezigheid van de bovennatuurlijke Geest van God in ons, (Filippenzen 4:7; 1 Petrus 1:8). In de Bergrede van Jezus - Matteüs hoofdstuk 5, 6 en 7 - leerde Hij de praktische aspecten van de wijze van leven van de gerechtigheid. Deze beginselen en praktische instructies zoals in de Bergrede geleerd zijn zonder twijfel de wijze van leven in het koninkrijk van God.

Ofschoon leden van de ware gemeente door de wereld worden verworpen, de namen van de ware volgelingen van Jezus zijn opgeschreven in de hemel als burgers van het koninkrijk van God, (Filippenzen 3:21). Dit hemelse burgerschap zal geopenbaard worden wanneer Christus  terugkeert naar de aarde. Dan zullen de gelovigen die bij zijn terugkeer leven in een oogwenk veranderd worden en samen met de uit de dood opgewekte gelovigen de Heer tegemoet gaan in de lucht en voor eeuwig bij Hem zijn, (1 Korintiërs 15:51,52; 1 Tessalonicenzen 4:16-18).

Het is dus duidelijk dat de nu levende gelovigen zich behoren voor te bereiden op het komende koninkrijk van God. Gelovigen zijn op grond van: a. de profetieën van profeten van Israël onder het Oude Verbond, b. de verklaringen van Jezus zelf, en c. de onderwijzingen van de apostelen, zeker dat Jezus naar de aarde zal terugkeren en zal zitten op zijn troon, regerend over Israël en de gehele wereld. De Bijbel openbaart ons dat Christus nog veel meer zal doen. Hij zal de planeet herstellen in zijn oorspronkelijke schoonheid, zuiverheid en bewoonbaarheid voor mens en dier. Hierover gaat ons volgende hoofdstuk.
 

5. Het koninkrijk van God en het herstel van de planeet

In de gehele schepping zijn krachten aan het werk die niet in harmonie met de perfecte wil van God opereren. Overal zijn krachten merkbaar die beschadigen, vernietigen en op boosaardige wijze werken.

Jezus Christus kwam als de unieke Zoon van God naar deze planeet om de heerschappij van God op deze aarde en in de hemel, de sfeer van de geest, te herstellen, (Kolossenzen 1:19,20). Zijn eerste doel was het verzoenen van de mensen met hun Schepper, want zij moesten de mogelijkheid krijgen opnieuw in gemeenschap te komen met God en met Hem aan het herstel van de vrede en de planeet gaan werken. Over dit herstel en de mooie tijd die hierna gaat volgen hadden eeuwen eerder reeds de profeten van Israël gesproken, (Jesaja 11:1-10).

Het is duidelijk dat het plantaardig, dierlijk, en menselijk leven verwilderd is geworden door een macht die niet werkzaam is in harmonie met de grote en goede Schepper. Zelfs de planeet is in haar fundamentele krachten niet onderworpen aan de heerschappij en orde van God met als gevolg rampen zoals aardbevingen en watervloeden. Het kan niet de oorspronkelijke, volmaakte wil van de goede God zijn geweest dat er op aarde zoveel ellende voor mens en beest zou komen. Het kan niet anders dan dat door een kwade, destructieve macht alles ontwricht en ontregeld is. Genesis 3 vertelt over de verleiding tot ongehoorzaamheid aan God door de slang en waardoor de gemeenschap tussen God en mens werd verbroken. De gehele aarde had een paradijs kunnen worden onder de heerschappij van de mens, maar het is een puinhoop, een planeet van haat, doodslag, moord en chaos geworden. Deze ontwrichting had echter een diepere oorzaak: de gehele kosmos was ontregeld geworden door een kwaadaardige opstand tegen de Allerhoogste die reeds voor de schepping van de mens in de hemel had plaats gevonden. Maar nu was de mens op deze planeet het doelwit geworden van de grote, geestelijke kwaadaardige macht die in de gedaante van een slang Eva had benaderd, (Genesis 3:1; Openbaring 12:9). Niet voor niets spreekt de apostel Paulus in Efeziërs 6:12 over boze machten in de hemelse gewesten, dat zijn de sferen boven onze stoffelijke en ruimtelijke wereld.

We kunnen het ons indenken dat het een enorme opgave is alles opnieuw aan het goddelijk bestuur te onderwerpen. Christus is echter voor deze taak berekend. Door Hem zal de Schepper alles aan zich onderwerpen. De gemeente zal als zijn lichaam Hem bij die taak dienstbaar zijn. Met de gemeente zal Hij zijn verlossingswerk, zijn herstelwerk, straks uitvoeren. Die gemeente wordt nu geformeerd in de tijd tussen de opstanding en de wederkomst. Besef dan als gelovige zowel het grote voorrecht lid van de gemeente van Christus te zijn als de grote verantwoordelijkheid die op de schouders van gelovigen komt te liggen. Gelukkig wil de Heilige Geest zowel de kracht als de bekwaamheid geven om deze taak naar behoren uit te voeren.

De bekende tekst, Romeinen 8:19: "Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden van de zonen God," wijst op de tijd dat Christus met zijn gemeente zich in al haar schoonheid en macht openbaart bij zijn terugkeer naar de planeet om zijn koningschap op zich te nemen.

Ik wijs hier op een verkeerde zienswijze met betrekking tot de gefaseerde realisering van het doel van God, zijn groot koninkrijk. Want er zijn er die leren dat nu, in deze tijd waarin de Heer nog afwezig is, de gemeente geroepen is om de volmaakte orde van God te brengen. In deze zienswijze of visie gaat men ervan uit dat in dit tijdperk van de gemeente de gehele wereld bekeerd zal worden en dat door de gemeente alle ziekte uitgebannen zal worden, zelfs de dood.

Mijn reactie is deze: het is niet juist om de vervulling van het Messiaans wereldherstel nu - in de bedeling van de gemeente - te verwachten. Bij wie dat wel doen heerst een overmoedige geforceerdheid in het geloof en dat leidt alleen maar tot grote frustraties met als gevolg dat velen in hun geloof beschadigd worden vanwege de niet uitgekomen verwachtingen. Nu reeds zijn veel christenen het spoor bijster geraakt door opgeschroefde, onbijbelse leringen en visies.

6. De genezende krachten van het koninkrijk van God

Het evangelie van Johannes noemt de wonderen die Jezus verrichtte 'tekenen.' We begrijpen dat de wonderen alle bewijzen en tekenen waren van drie waarheden:

a. De messiaanse identiteit van Jezus.
b. Het zoonschap van God
c. Gods wil om de zieken en lijdenden te genezen

De evangeliën vertellen ons dat de wonderlijke genezende krachten van de Geest van God krachtig en zonder falen door Jezus werkten. Hij was vervuld van de Heilige Geest en krachtig gezalfd, volmaakt in geloof en in kennis en Hij werkte in een zeer hechte relatie met de Vader. In en door Hem ontvangen wij een volmaakte voorproef van de krachten van het koninkrijk.

De functie van wonderen in de gemeente is fundamenteel dezelfde als die in de bediening van Jezus. Het gaat om het bevestigen van de echtheid van de prediking van het evangelie, de aanwezigheid van de Geest van God in de gemeente en het geven van een voorproef van het komende volmaakte heil. Natuurlijk mag zeker niet uit het oog worden verloren dat het God ook gaat om het lenigen van menselijke nood uit zuivere bewogenheid met de lijdende mens.

Ik stel een interessante en niet onbelangrijke vraag: "Wat kunnen wij doen om de Geest van God te activeren tot het doen van wonderwerken?" Ik geef op deze vraag een  drievoudig antwoord.

Ten eerste: wij mogen God om de activering van de bovennatuurlijke krachten van de Geest vragen. Wij mogen bidden dat God op wonderbaarlijke wijze van zijn liefdevolle en krachtige tegenwoordigheid blijkt geeft. Zie bijvoorbeeld het gebed van de gemeente in Handelingen 4:29,30. Wij mogen en zullen ook bidden dat God aan de gemeente, het lichaam van Christus, gaven van de Geest toebedeelt, (1 Korintiërs 12:4-11; 14:1; 2 Timoteüs 1:6).

Ten tweede: wij zullen vanuit een rein en gemotiveerd hart en denken geloof beoefenen. De gave van wonderwerkend geloof behoort ook in de gemeente aanwezig te zijn, (1 Korintiërs 12:9). Jezus heeft zelf ons verzekerd dat als we geloven in God alles mogelijk is.

Ten derde: wij zullen wanneer geconfronteerd met zware problemen in mensen zoals bepaalde gradaties van bezetenheid - medisch wordt er dan van een psychiatrisch ziektebeeld gesproken -  een intensieve strijd aangaan om bevrijding te bewerken. Deze strijd vereist algehele mobilisatie van geestelijke, mentale en lichamelijke kracht en daarom moet er soms ernstig gebeden en gevast worden, (Matteüs 17:21; Marcus 9:29). Jezus ontving zijn goddelijke leiding en kracht in gebed; Hij bracht uren in gebed door. Hij was dikwijls 's morgens al vroeg op en bereidde zich op de bediening van de verkondiging en onderwijs voor en op die van de genezing van zieken en gebondenen, (Matteüs 14:23; Marcus 1:35).

7. Slot

We leven nog in een onvolmaakte en boze wereld maar we zien met grote verwachting uit naar de vervulling van de belofte dat het koninkrijk van God op aarde zal worden gerealiseerd. Wij leven in de tijd waarin wij bidden "Uw koninkrijk kome," maar het gaat toe naar het eschatologische moment waarin zal worden geproclameerd met grote kracht, (Openbaring 12:10): "Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde."

De gemeente van Jezus Christus zal voorlopig, verwachtingsvol, vurig en enthousiast blijven bidden:

                                       “Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde."

Leusden, 1992, herzien juli 2011 2010.
 

In de serie ‘Leer (onderwijs, theologie)’ is o.a. verschenen:

*  Christelijke Geloofswaarheden en instellingen
*  Dit is Geloof... zeker weten! een startcursus in het Christelijk Geloof voor jonge
   Christenen
*  De doop van de onderdompeling op het persoonlijk geloof (vlugschrift)
*  Het water in... over de doop van de onderdompeling
*  Besprenkeling van zuigelingen of doop van de onderdompeling op het geloof?
*  Het werk van de Heilige Geest
*  De Doop in de Heilige Geest.. met aanhangsel 'pastorale hulp'
*  De Gaven van de Heilige Geest
*  Engelen
*  Zonen en/of kinderen van God? (o.a. over de openbaring v.d. zonen van God)
*  De Bruid van Christus, een bezinning op en kritische studie van diverse leringen
    en opvattingen
*  De vrouw behoeft zich niet rustig te houden!
*  De Christen en de Joodse Sabbat
*  Omgaan met profetie
*  Geloof en voorspoed, een onderwijzing i.v.m. de 'prosperity teaching'

~~~~~~~~~~~

Meer informatie? Vragen...? Contacteer: T. J. de Ruiter

Site 'Inspiratie & Inzicht,' sinds 1997 / herzien. 24 juli 2011 / pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands