Nederland, keer terug op uw weg!

T. J. de Ruiter, predikant & bijbelleraar in de Pinksterbeweging
(aangesloten bij de Verenigde Pinkster en Evangeliegemeenten, de VPE)
 

Inleiding

“Ondraaglijk en uitzichtloos,” dat waren de twee begrippen, die de verantwoordelijke minister in het Nederlandse parlement gebruikte om de condities te definiëren, waarin de huisarts, op verzoek van de patiënt, mag overgaan tot het uitvoeren van euthanasie en het assisteren bij zelfdoding. In week 47 van 2000 werd in de Tweede Kamer het debat gevoerd over de nieuwe euthanasiewet en in de volgende week werd hij door haar aanvaard. De verantwoordelijke ministers, Borst van volksgezondheid en Korthals van justitie, vonden deze wet "een mooi sluitstuk van dertig jaar discussie.” Inmiddels heeft de Eerste Kamer op 10 april 2001, de wet op euthanasie, officiëel genoemd de 'wet voor toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding,' goedgekeurd. Vanaf de datum in ditzelfde jaar waarop de wet in werking werd gesteld, mogen artsen, mits er voldaan is aan de strenge wettelijke voorwaarden, patiënten helpen het leven actief te beëindigen.

Minister Borst was ‘blij met deze wetgeving’ en was er trots op dat Nederland hiermee uniek is en voorop loopt in de internationale gemeenschap. Dat de wet nieuwe vragen oproept is duidelijk en de minister zei dan ook in een interview dat gezonde mensen, die gewoon levensmoe zijn, zich niet kunnen beroepen op deze wet, want die geldt alleen voor echt zieke mensen, patiënten, die ‘ondraaglijk en uitzichtloos’ lijden. Maar patiënten, die aan de Alzheimerziekte lijden, zouden volgens de minister wel onder deze wet kunnen vallen. En dat de deur open staat voor meer discussie, kun je concluderen uit haar uitlating voor de televisie, “Je kunt je afvragen of iemand die lichamelijk en psychisch gezond, maar het leven moe is, echt wel zo gezond is. Zo iemand is dan misschien niet echt ziek. Maar hij heeft wel een reëel punt. Ik verwacht dat dit nog een punt van discussie wordt in onze samenleving.” En nog binnen een week na het aanvaarden van bovengenoemd wetsvoorstel zei deze zelfde minister dat er best mag worden gediscussieerd over de vraag of mensen, die vinden dat hun leven 'geleefd is' niet een zelfdodingspil mogen krijgen.

In dit artikel probeer ik een Schriftuurlijke sturing te geven aan de Christelijke zienswijze op hetgeen in deze wet aan de orde is en geef tevens aanwijzingen  voor de Christelijke, principiële opstelling in deze zaak. Ik heb niet de pretentie in dit stuk volledig te zijn. Ik besef dat de gehele discussie rond- en over dit onderwerp vele aspecten kent.
 

Recht op euthanasie....?

Het is natuurlijk gemakkelijk als kerngezond mens over het lijden van anderen te praten en hoe zij ermee om dienen te gaan. Inderdaad, er is misschien niets zo persoonlijk als het lijden. Hoe voelt een zieke zich, die dagelijks heel veel pijn lijdt en te horen krijgt dat zijn ziekte ongeneeslijk is? Hoe voelt iemand zich, die het leven moe is en wegzinkt in een ellendige spiraal van zinloosheid en donkere leegte? Vast staat zeker dat in zulke situaties de persoonlijke wereldbeschouwing en visie op het leven een mens tot een lotbepalende houding en diep ingrijpende beslissingen zullen kunnen brengen.

Dat een ernstig zieke of een hoogbejaard, dement mens mag verlangen heen te gaan zal niemand betwijfelen of willen betwisten. Het menselijk leven heeft nu eenmaal een einde en onder bepaalde omstandigheden is het natuurlijk dat men naar dit einde verlangt. Een dergelijk verlangen behoeft beslist niet als ‘ouderdomsdepressiviteit’ gediagnosticeerd te worden. Maar dat men zich voor het beëindigen van het leven zou kunnen beroepen op een wetsbepaling druist in tegen fundamenteel ethische en godsdienstige principes.

Er zijn thans reeds huisartsen die te kennen hebben gegeven dat zij door deze wet zeer waarschijnlijk in voor hen moeilijke situaties terecht zullen komen. Dit zal met name plaats vinden als een patiënt om levensbeëindiging vraagt en zij vanwege hun ethisch en/of godsdienstige overtuiging, dit niet willen- of kunnen doen. Een dergelijk arts zal met zo’n verzoek moeite hebben en ermee worstelen. Hij is in zijn gehele beroep erop gericht mensen beter te maken en meestal kan hij ook bij doodzieke patiënten, die pijn lijden nog middelen voorschrijven, die het lijden verzachten. Zo wordt het leven nog enigermate draagbaar, tot de dood uit het lijden verlost.

Het lijkt me belangrijk hier kennis te nemen van de verklaring van de Oostenrijkse Christen-democrate Gatterer, rapporteur over de euthanasiezaken van het parlement van de Raad van Europa. Zij schreef o.a. dat "de wens van een ongeneeslijk zieke nooit een juridische rechtvaardiging voor een derde kan zijn hem te doden." Zij wijst ook op het recht van elke ongeneeslijk zieke waardig te sterven. “Het recht en de bescherming van leven moeten in alle stadia van het bestaan worden gerespecteerd.” Ik wijs er in dit verband op dat God de overheid, als zijn vertegenwoordiger van autoriteit over- en beschermer van de samenleving - lees Romeinen 13:1-7, alleen het mandaat gegeven heeft te doden als de zwaarste straf op overtreding van de wet. De overheid heeft van de Hoogste Macht geen mandaat gekregen om te doden als er sprake is van 'ondraaglijk en uitzichtloos' lijden. Dat de doodstraf in beschaafde landen is afgeschaft is uit humanitair oogpunt toe te juichen; het geeft plegers van misdrijven een kans hun leven te beteren en eventuele justitiële fouten kunnen nog worden gecorrigeerd.
 

De evolutietheorie en de daaruit voortvloeiende kijk op het leven

De moderne mens, die in de evolutietheorie gelooft, zal een zeer beperkte waarde aan het menselijk leven geven. Hij ziet de mens slechts als een hoog ontwikkeld dier, met een beperkte bestaanshorizon. De waarde van het leven wordt bepaald door wat je ervan kunt maken. En dan ligt het voor de hand om te redeneren dat als je er niets meer mee kunt beginnen, als je ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, het eigenlijk geen zin meer heeft om verder te gaan. Ondraaglijk en uitzichtloos lijden vindt de regering een verantwoorde norm voor de terminatie van het leven. Het beëindigen van het zinloze en ondraaglijke leven door het doeltreffend handelen van een medicus mag dan zelfs als een ‘normale dood’ worden beschouwd.

De mens, die niet in het geschapen zijn door een persoonlijk, intelligent en liefdevol God gelooft, die hem zelfs kende, toen hij in het prilste stadium van groei was, en hem zijn levensdagen als een geschenk gaf, zal over het zware lijden geen uitzicht zien. Hij kan er geen enkele waarde aan hechten - het is zinloos. Hij redeneert: "De ‘zachte en goede dood’ is de uitkomst, de middelen zijn er, wij zullen deze gebruiken - waarom niet?"
 

De Christelijke visie op het leven

Het Joods en Christelijk geloof, dat een grote vorming op het gehele denken en de wereldbeschouwing van de westerse mens heeft gemaakt, leert dat het leven een geschenk is van de grote en goede Schepper. De mens geschapen naar het beeld en het gelijkenis van God; Genesis 1:26,27. De godvruchtige Psalmdichter David bezingt en bejubelt God, want Hij heeft hem als mens, inclusief het lichaam, wonderbaar gemaakt. Ik citeer Psalm 139:13-16, “Want Gij hebt mijn nieren gevormd, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid, wonderbaar zijn uw werken; mijn ziel weet dat zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen, toen ik in het verborgene gemaakt werd, gewrocht in de diepten van het aardrijk; uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in uw boek waren zij alle opgeschreven. de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond.” In Psalm 31:16 verklaart de godvruchtige gelovige dat zijn leven in Gods hand is: “Mijn tijden zijn in Uw hand, red mij uit de hand van mijn vijanden en vervolgers.” De Bijbel leert dat de mens niet de eigenaar van het leven is, zelfs niet van zijn eigen leven, maar een rentmeester, een beheerder; lees bijvoorbeeld van Jezus zei in het verhaal over de rijke man in Lucas  12:13-21. Het leven van een mens behoort niet tot zijn bezit. Daarom mag hij ook niet zelf - zonder God - beslissen het geschenk van het leven hem door de Schepper gegeven, te beëindigen. De vernietiging van het eigen leven is een belediging van God, die het prachtige en waardevolle geschenk had  gegeven.

Uit het bovenstaande volgt dat God als de Ontwerper en Formeerder van mijn leven ook de waarde, de zin en het doel van mijn bestaan leven heeft bepaald. Alleen door het luisteren naar Hem kan ik daarom iets weten over de waarde ervan. De waarde en zin van mijn leven trachten te bepalen zonder naar Hem te luisteren is een manifestatie van goddeloosheid.

Ik leer uit de Heilige Schrift dat de kwaliteit van mijn leven niet bepaald wordt door de wijze, waarop ik in het leven en de maatschappij functioneer, maar door wat ik ben, een mens, geschapen naar Gods beeltenis. Ik ben als een parel in zijn hand - ondanks de zonde, die de schoonheid en het potentiëel van zijn beeltenis heeft bezoedeld en beschadigd. Het verbod om een mens te doden is op deze grondwaarheid gefundeerd: Men zal het beeld van God niet doden. Deze grondwaarheid van het menselijk wezen geldt dan niet alleen voor de tijd als hij jong- of vitaal is, maar ook als hij ouder wordt en de krachten afnemen, ja zelfs in lijden, dat hij als ondraaglijk ervaart.

De Heilige Schrift, de Bijbel, leert dat er zin in het lijden is, dat ziekte, zelfs ernstige ziekte, een loutering van de ziel kan bewerken. In ziekte en lijden ontdekt een mens dikwijls diepe waarheden omtrent zichzelf, wie hij in de grond van zijn wezen is en vindt hij reiniging en vernieuwing. Zoeken naar de wil van God in lijden, ook in ziekte, wordt verwoordt in een gebed: “God, wat wilt u mij en mogelijk ook anderen, leren in dit lijden, dat ik moet doorstaan?” Een persoonlijk getuigenis van David in Psalm 119:67, “Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik uw woord.” Het lijden had hem gedwongen tot zelfonderzoek en dat gaf aanleiding tot zelfcorrectie, overeenkomstig Gods woord. De grote vraag in al het lijden is, hoe een mens erop reageert: Met boosheid, woede, opstandigheid of met onderworpenheid, een gebed: “God, wat wilt U mij in dit lijden zeggen en wat wilt U in mij bewerken?”

Over de zin van het lijden zijn reeds veel boeken geschreven, daarom volsta ik hier met het citeren van twee Bijbelverzen. Romeinen 8:18, “Want - aldus de apostel Paulus - ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons zal geopenbaard worden.” Het lijden heeft zin met betrekking tot de eeuwigheid.

Hier is een definitieve breuk met alle atheïstisch en humanistisch denken, dat geen rekening wil houden met een soeverein, almachtig Schepper, die bij ons individueel leven nauw betrokken wil zijn - ook in het lijden, in ziekte en in het stervensproces.
 

Een heilloze weg, Nederland!

Nederland is sinds enige tijd een heilloze weg ingeslagen, de nieuwe wetgeving is een stap op deze route. Niet God en zijn Woord, maar de mens zelf bepaalt de waarde van het leven en of het leven in een fase van lijden nog zin heeft.

De huisarts, die zich jarenlang heeft ingespannen om de aan zijn deskundigheid toevertrouwde patiënt telkens weer middelen voor genezing te aan te reiken zal dan in die laatste fase, als het lijden zwaar - te zwaar? - is geworden of het uitzicht somber is - uitzichtloos en doelloos? - gevraagd worden mee te werken aan het heengaan. Er zijn reeds artsen, die onomwonden verklaren dat zij het actief meewerken aan euthanasie als moord beschouwen en daarom zullen weigeren. Ik wil ervan uitgaan dat deze artsen een andere levensbeschouwing hebben dan de minister van gezondheid.

Het is niet ondenkbaar dat degenen, die tegen deze wet op euthanasie zijn van wreedheid en onmenselijkheid beschuldigd gaan worden, omdat zij - zo zal worden gezegd - een medemens onnodig laten lijden en weigeren herm op een ’menswaardige wijze’ aan zijn einde te helpen, terwijl het middel om er een ‘goed en waardig’eind aan te maken binnen handbereik ligt. Het bezwaar tegen deze beschuldiging zal voor degenen, die er de andere mening over hebben, weinig kracht hebben en zal ook als subjectief en verouderd worden afgedaan.

In het Oude Testament wordt reeds de vraag gesteld wat de rechtvaardige of godvruchtige nog kan doen als de fundamenten zijn vernield: Psalm 11:3, “Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen?” Met de grondslagen wordt ongetwijfeld gedoeld op de fundamenteel ethisch-religieuze waarheden van het bestaan, het geloof en de morele code, die onze handel en wandel behoort te sturen. Deze vraag, eigenlijk een schreeuw met droefheid geladen, wordt vandaag ook gehoord.
 

Slot

De moderne middelen zijn verleidelijk. Men kan een echt ‘zachte dood’ sterven. Men kan heengaan - als men dat wil- zonder stervenspijn met een spuitje of een pilletje, het is zo gemakkelijk. De familie heeft afscheid genomen en het was nog even, voor de laatste keer een gezellig bij elkaar zijn. De dood komt, zoals gepland en dan is het definitief voorbij - er is geen weerzien, geen vervolg in een andere dimensie van bestaan, of....... toch wel?

Een bestaan na de dood, het ontmoeten van een Schepper-God, die mij het leven als een geschenk gaf, een weerzien van elkaar? Is er een antwoord op deze uiterst belangrijke vragen? Is er ooit iemand uit de dood opgestaan met een gezaghebbende boodschap, omdat hij ‘aan die andere kant’ was geweest?

Wat denkt u van Jezus Christus, die gekruisigd was, na drie dagen uit het graf opstond en die de edelste en meest invloedrijke wereldreligie gefundeerd heeft, die vandaag - na tweeduizend jaar - nog bestaat? Hij heeft door zijn opstanding aangetoond dat het heengaan niet echt het einde is. Hij toonde ook aan dat lijden, hoe ondraaglijk ook - denk aan de Romeinse kruisiging, die Hij onderging - zinvol is en dat er een kracht is die de mens, ook lichamelijk, een nieuw en fantastisch vitaal bestaan kan geven. Voor de mens, die in Jezus gelooft, is er een troost, een zin in lijden, hoe ondraaglijk en uitzichtloos het ook moge zijn. Maar voor hen, die de fundamentele waarden door het Christelijk geloof geleerd, negeren en verachten  is er slechts de arrogante heerschappij van het menselijk verstand, die niet verder kan kijken dan de horizon van dit leven.

Voordat ik besluit met een oproep tot bekering en terugkeer naar respect voor de fundamentele waarden van het leven, wil ik  een pleidooi houden voor het beschikbaar stellen van meer middelen voor een goede verzorging, medisch, psychologisch, spiritueel, van hen, voor wie er geen genezing is of die terminaal lijden. De overheid behoort hiervoor meer geld beschikbaar te stellen. Wij moeten met elkaar werken aan een samenleving, waarin elk mens zich op een waardige wijze geholpen weet, ook in de allermoeilijkste en allerlaatste momenten van het leven. Er is voldoende geld aanwezig, de prioriteiten bij de besteding ervan, dienen bijgesteld te worden.
 

Oproep

Nederland, keer terug tot God en de fundamentele waarheden omtrent God, de mens en zijn toekomst! Nederland, keer terug op uw heilloze weg en bekeer u!

Oproep tot voorbede voor volk en regering

In de hoop dat de gezamenlijke stem van de Christenen in Nederland een eensgezind en krachtig geluid in deze aangelegenheid zal laten horen, vertrouw ik dit artikel toe aan de publiciteit.

30 november 2000, herzien 16 april 2001

~~~~~~~~
Bijzondere links op deze site Links naar div. Home & Indexpagina's


Contact? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

~~~~~~~~~
Site 'Inspiratie & Inzicht, sinds 1997 / 16 april 2001 / update 24 augustus 2011 / T. J. de Ruiter / The Netherlands