Er is geen grens aan de Liefde van Jezus!

Tessa de Ruiter

Lieve mensen, ik wil jullie over een diepe genezing vertellen die de Heer een anderhalf jaar geleden in mij heeft bewerkt. Deze genezing vond plaats toen Steve Hill uit Canada bij ons was in een 'Praise & Power' avonddienst. Ik heb in een Women's Aglow samenkomst over deze ervaring reeds gesproken, maar nog niet in de gemeente, hoewel ik diep in mijn hart wist dat ik het ook in de gemeente zou moeten delen. Nu doe ik dit dus en ik hoop dat u er door gezegend zult worden.

Het was ongeveer anderhalf jaar geleden dat ik samen met de zanggroep stond te zingen en zeer sterk de kracht van de Heilige Geest ervoer. Op een moment keek Steve Hill mij aan en het was alsof er iets bij mij insloeg, ik viel dan ook op de grond. Liggend op de grond begon de Heer een diep werk van genezing en herstel in mij te doen. De Heer had reeds veel in mij genezen en daarvoor ben ik Hem zeer dankbaar, maar telkens gaat het genezend werk een stukje verder... We weten allemaal dat we soms traumatische ervaringen heel diep wegstoppen in schuilhoeken van ons hart. De Heer wacht tot het juiste moment en dan zegt Hij: "Nu is het de tijd."

Welnu, toen ik daar op de grond lag begon ik de Heer te vertellen dat ik eigenlijk boos op Hem was en ik vertelde hem ook de reden. We hebben een schat van een kleindochter gekregen en als ik soms naar haar keek zag ik onze kleine Grace, die nu bij Jezus is. Toen onze kleindochter Stacey begon te lopen en te spreken, rende ze eens naar me toe en riep: "Oma, oma." En het was alsof ik Grace hoorde roepen -het sneed diep in mijn hart. Ik begon te denken: "Heer, waarom moet Stacey op onze Grace lijken en niet op iemand anders. Ik ben eigenlijk een beetje boos op U." Achteraf besefte ik dat diep in de schuilhoeken van mijn hart, heel diep weg gestopt, ik toch nog boos op God was. Hoe is dit mogelijk - ondanks een diepe genezing door zijn liefde was er toch nog pijn en verdriet en zelfs boosheid; ja, het kan er allemaal nog zijn. Toen ik in die dienst op de grond lag kwam Jezus en zei: "Tessa, nu is de tijd aangebroken om ermee af te rekenen." Hij liet me toen zien waarom ik nog boos was. De woorden kwamen heel diep uit mijn hart: "Waarom heb ik geen afscheid kunnen nemen van Grace. Ik ben boos op U." En toen vond er iets plaats dat niemand anders dan alleen Jezus kon wist. Op de ochtend dat wij Grace naar het ziekenhuis brachten en ik weer weg moest, stond ik daar in de deuropening van de ziekenkamer en zei: "Dag, lieve Grace", en Grace zei slaperig en zachtjes: "Dag, mama..." Een tweede maal: "Dag, lieve Grace" en een tweede maal: "Dag, mama..." En een derde maal: "Dag, lieve Grace van mij." En weer klonk het zachtjes: "Dag, lieve mama..." Het was alsof ik niet weg kon - dat waren onze laatste woorden.

Maar die ochtend in de gemeente gebeurde er iets heel moois. Liggend in de tegenwoordigheid van Jezus kreeg ik in m’n geest een gezicht. Ik zag een mooie vrouw, als een engel (geen klein meisje) met kort, blond haar, bruine ogen, mooi gekleed. Ik zag ook een vrouw zitten, die huilde van verdriet. De jonge vrouw liep naar haar toe -ging voor haar zitten - pakte haar handen vast en keek haar recht in de ogen aan en zei: "Dag, mama, dag lieve mama, dag lieve mama van mij." Jezus stond erbij en toen zei Hij: "Tessa, dit is jouw afscheid." Het raakte mij diep en het was zo genezend. Het kwam echt uit het hart van God want niemand anders wist dit dan Jezus alleen en mijzelf. Lieve mensen, er is niemand die ons kent zoals de Vader in de hemel. Er is geen grens aan de liefde van Jezus. Wat Hij voor mij heeft gedaan, wil Hij ook voor jou doen. Sta Hem toe bij jouw verwondingen, verdriet, boosheid en misschien bitterheid te komen en laat zijn genezende liefde je gewonde hart doorstromen en genezen.

Leusden, 16 december 1997

NAWOORD

Ik voel behoefte om op bovenstaand getuigenis van mijn vrouw te reageren. Toen ik dit getuigenis voor haar typte heb ik mijn ogen niet droog kunnen houden. Ik moest mijn best doen om mijn tranen niet op het toetsenbord van de computer te laten vallen. Ik huilde omdat ik hier een diep, teder en effectief werk van de Heilige Geest herken dat indirect ook mij geneest. Thans zijn we twintig verder. Vele ouderen, waaronder voorgangers hebben de begrafenis van Grace in 1976 bijgewoond en leefden met ons mee in die moeilijke dagen. Sommigen hebben ons in ons verdriet en onze pijn toen vertroost. Niemand kan echter zo troosten, genezen en herstellen als God die op grond van Jezus' verzoeningswerk zijn Geest een heerlijk werk kan laten doen. Ik denk dat een ieder hier het werk van Gods Geest zal kunnen herkennen. We kunnen verschillend denken over mystieke ervaringen en misschien kunt u zulke ervaringen geen plaats geven binnen uw eigen kader van geestelijk beleven. Toch -gelet op de aard, het doel en de vrucht van zulke ervaringen, zult u tot geen andere slotsom kunnen komen - mijns inziens - dan dat de Geest van Jezus aan het werk is in zulke diep genezende aanrakingen. Het zal niet onbekend zijn dat er een toenemende activiteit van diep genezende ervaringen onder Christenen voorkomt waarvan vele lijken op die welke mijn lieve vrouw heeft gehad. Wij kunnen niet begrijpen hoe Gods Geest zijn genezend werk doet, maar wij kunnen Hem wel vertrouwen schenken en ons aan Hem overgeven. Wij zoeken geen sensaties, geen spectaculaire ervaringen maar we zoeken de gemeenschap met Jezus Christust. Velen zijn verwond door teleurstellingen en traumatische ervaringen. Dikwijls zitten ook Christenen vast met ontroostbaar verdriet of weggedrukte frustraties, bitterheid en boosheid. Er is Eén, die troosten, helpen en genezen kan zoals niemand anders. Als Gods Geest wil komen en mensen genezing schenkt met behulp van zijn liefdevolle krachten en onbeperkte mogelijkheden, zal de vrucht ervan tot eer van de Zoon en de Vader zijn.

Lees het commentaar en de conclusies op dit getuigenis. click op de link 'commentaar & conclusies' hieronder.

9 december 1997, T. J. de Ruiter


Uw reactie wordt op prijs gesteld. E-mail... Tessa de Ruiter
 
Site 'Inspiratie & Inzicht,'sinds 1997 / eerste publicatie in 1997, herzien 15 maart 2014 / T. J. de Ruiter / The Netherlands