De Heilige Geest en zijn kracht        3

De HEER doopt met zijn Geest zoals Hij het wil

T. J. de Ruiter
 

Inleiding

In een vorige studie heb ik vastgesteld dat de eerste apostelen ongetwijfeld bekeerde, wedergeboren gelovigen waren voordat zij op het Pinksterfeest in Jeruzalem met de Heilige Geest werden gedoopt; lees o.a. Matteüs 16:16,17; Johannes 17:6-8 en Handelingen hoofdstuk 1 en 2. In deze studie maak ik uit de diverse verslagen in het boek Handelingen enkele belangrijke gevolgtrekkingen; hierbij wil ik zoveel mogelijk de invloed van kerkelijke leerstelsels vermijden.

De verslagen in het boek Handelingen

Handelingen hoofdstuk 2. Een ieder kan vaststellen dat de Geest precies op het Pinksterfeest viel. Het Pinksterfeest was het Feest van de eerstelingen. Mozes had ingesteld dat op dit feest de eerste oogstopbrengst aan God gepresenteerd moest worden; Leviticus 23:15-22. De Heer maakte dus duidelijk dat de verzamelde gelovigen door Hem werden aanvaard als de eerste opbrengst van zijn voltooid verlossingswerk. De doop met de Heilige Geest was hiervan het bewijs; de hemelse, geestelijke bekrachtiging van de stoffelijke en zwakke mens.

Handelingen hoofdstuk 8. We lezen dat de inwoners van Samaria zich op de prediking van Filippus tot het geloof bekeerden. Er vonden veel bevrijdingen en wonderbaarlijke genezingen plaats. Zij ontvingen de Heilige Geest echter pas nadat de leidinggevende apostelen Petrus en Johannes naar Samaria waren gestuurd en voor het ontvangen van de Heilige Geest hadden gebeden. Toen de gelovigen met de Geest werden gedoopt moeten er wonderlijke manifestaties hebben plaats gevonden - ongetwijfeld spraken zij ook in nieuwe tongen - want Simon de tovenaar vond het alles zo indrukwekkend dat hij Petrus en Johannes geld aanbood om ook die macht te krijgen; lees Handelingen 8:19. We stellen dus hier vast dat de Samaritanen eerst bekeerd en bevrijd waren en enige tijd daarna met de Heilige Geest werden gedoopt; zij hadden dus twee ervaringen, die zeker een aantal dagen uit elkaar lagen.

Handelingen hoofdstuk 10:44-48. We lezen hier dat de Heilige Geest op allen viel terwijl Petrus nog aan het prediken was. Er is in dit verslag niet eens vermeld dat de luisteraars reeds tot geloof waren gekomen, maar dit zal ongetwijfeld het geval zijn geweest. Iedereen verbaasde zich erover dat de Geest op de aanwezigen viel - de meeste luisteraars waren Romeinen - en dat zij in nieuwe tongen spraken en God prezen en loofden; later werden zij ook in water gedoopt.

Handelingen 19:1-7. We zien hier dat het belangrijk is de juiste en volledig kennis te hebben van Gods verlossingswerk. De mannen in Efeze hadden zich op de prediking van Johannes de Doper bekeerd maar hadden geen kennis van Jezus als Messias en Heiland en hadden ook niet van de Heilige Geest  gehoord. Na gedoopt te zijn in de naam van Jezus legde Paulus hen de handen op voor het ontvangen van de Heilige Geest en spraken zij in nieuwe tongen en profeteerden.

Conclusies uit de verslagen in het boek Handelingen

1. Uit het verslag in Handelingen 2 blijkt dat de Heer zelf bepaalt wanneer Hij de kracht van de Geest op gelovigen doet neerdalen. Hij koos de Pinksterdag ongetwijfeld ook om een optimaal resultaat voor de verkondiging te behalen. Het kan ook niet toevallig zijn dat de Heer een nieuwe uitstorting aan het begin van de 20e eeuw gaf, die aan een enorme wereldwijde groei van het geloof heeft bijgedragen.

2. Petrus maakte in zijn oproep aan de toehoorders duidelijk dat niet slechts de zegen van de bekering en vergeving van zonden voor de volgende en latere generaties is maar ook het ontvangen van de Geest zoals hij zelf met de anderen even daarvoor had ervaren; zie Handelingen 2:38b,39.

Getuigenis: opgegroeid in de Gereformeerde Kerk weet ik hoe onjuist de belofte van Petrus in Handelingen 2:39 is uitgelegd. In het oude, volledige doopformulier dat bij de besprenkeling van kinderen werd voorgelezen, werd hij toegepast op de (toekomstige) beslissing van het kind om deel krijgen aan het heil van Christus door het nieuwe leven van de Geest.

3. Uit het verslag in Handelingen 8 blijkt dat de Heer gezaghebbende leiders wil gebruiken om via hun gebed (bemiddeling) zijn Geest en kracht uit te storten. De Heer wist van de slechtheid van Simon de tovenaar en Hij wist ook dat kordate Petrus krachtig hiertegen zou optreden.

4. Uit het verslag in Handelingen 10 blijkt dat de Heer de Geest onmiddellijk kan doen neerdalen als men tot het geloof komt. In de ervaring die deze mensen hadden vielen bekering - wedergeboorte - en de bekrachtiging met de Geest samen. Als Hij dit toen deed kan Hij het ook in onze tijd doen.

5. Uit het verslag in Handelingen 19 blijkt dat men over kennis in Jezus - die is noodzakelijk om in Hem te geloven - en de Heilige Geest moet beschikken om de kracht van de Geest te kunnen ontvangen.

Slotopmerkingen

In de leer die stelt dat deze uitstortingen van de Geest zo gegeven werden omdat de kerk in haar beginperiode was en daarom niet als het 'normale patroon' van de werking van de Geest van God beschouwd moeten worden - zie hieronder - zijn aspecten aanwezig die een grondige overweging verdienen. Maar tegen dogmatische argumentaties die uitsluiten dat de Heer op dezelfde wij als in Handelingen heil en bekrachtiging kan herhalen zal ik en schriftuurlijk protest laten horen.

Het 'normale patroon' is ongetwijfeld wat Petrus stelde in zijn geïnspireerde preek in Handelingen 2: 38:

1. Bekeer u van uw zondige leven.
2. Laat u dopen voor de vergeving uw zonden.
3. Dan zult u de Heilige Geest ontvangen.

Een laatste observatie: ongetwijfeld is het m.b.t. de uitstorting van de Geest en zijn kracht ook waar wat Jezus over de Geest zei in Johannes 3:8, "De Geest waait waarheen Hij wil." Lees ook 1 Korintiërs 12:11. De Heer maakte met de figuurlijke vergelijking van de Geest met wind duidelijk - in het Grieks is hier het woord 'pneuma' gebruikt dat zowel door wind als door geest kan worden vertaald - dat de Geest op mysterieuze wijze werkt en zich niet laat gezeggen en controleren door de mens. Ook een leerstelling kan dus niet het werk van de Geest reguleren. Hierbij merk ik op dat de Geest nooit los van en in tegenstelling tot het Woord zal werken. Wel kunnen onze interpretaties van de Schrift in de weg staan zodat we ons niet durven openen voor Hem en zijn werk.

Reageren? E-mail...Pastor T. J. de Ruiter

~~~~~~~~~~~~~~~


Site 'Inspiratie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / update 26 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter /  The Netherlands