Rust in de  Onveranderlijke

T. J. de Ruiter, Pastor en Leraar
 

Alles verandert....

Wij leven in een kosmos die voortdurend verandert. Sterrenkundigen vertellen ons dat er sterren worden geboren en sterven, dat ‘zwarte gaten’ alle energiedeeltjes en wat er nog meer hun richting komt, gulzig opslokken en dat zij niets uit zich laten ontsnappen door hun onvoorstelbare aantrekkingskracht. Wat in een dergelijk ‘black hole,’ verdwijnt zien we dus nooit meer terug.

In onze wereld verandert er ook van alles. De natuur op deze planeet verandert. Geologen vertellen ons over de veranderingen in de aardkorst. Er hebben zich grote veranderingen in de dierenwereld plaats gevonden. De grote dinosaurissen zijn verdwenen - wij vinden alleen hun botten terug en moeten het met kleinere dieren doen - en dat is maar gelukkig voor ons. De mens zelf verandert ook en hij verandert de samenleving waarvan hij als individu deel uitmaakt.

Als we even terugkijken naar 1901, zien we dat:
De meeste vrouwen hun haar eenmaal per maand wasten met borax of eierdooiers - er waren nog geen shampoos.
De eerste vijf ziekten met dikwijls dodelijke afloop, waren: Longontsteking, influenza, tuberculose, diarree, hartkwalen en beroertes.
Het hoogste gebouw in de wereld de Eifeltoren was.
Kruiswoordpuzzels, frisdrank in blikjes en ijsthee er nog niet waren.
Er geen vader- en geen moederdag waren.
Er waren geen tv’s, geen computers, geen....(noem maar op)
Er waren geen tijdschriften en video’s etc met openen bloot porno en met wreed geweld dat kleine kinderen inspireert tot gruwelijke misdaden...
Er was ook geen wet die euthanasie regelde en hulp bij zelfdoding.
Er was geen wet die een relaties tussen homo’s als een huwelijk erkende.
In 1901 waren de kerken nog vol, in 2001 zijn er vele leeg op zondag.
Wat is er niet veranderd in onze wereld in de loop van honderd jaar.
Uiteraard zijn niet alle veranderingen een verslechtering, er zijn - gelukkig maar - ook goede veranderingen.

Steeds vaker en steeds krachtiger wordt in onze tijd de klacht dat de huidige maatschappelijke veranderingen te snel op elkaar volgen. Veel mensen kunnen hen nauwelijks bijhouden. Verandering is in, in de politiek en de maatschappij. De regering maakt wetten en schrijft regels uit, maar even zo vrolijk en beslist worden zij enkele jaren later weer veranderd en/of door andere vervangen. Ook in een grondwet is niets meer heilig, ook die moet worden veranderd als de samenleving erom vraagt. Scholen en onderwijzers klagen steen en been over de vele veranderingen die elk jaar weer moeten worden doorgevoerd. Het komt steeds minder voor dat een tekstboek voor een cursus een jaar overleeft. De mogelijkheden van de technische vooruitgang werpen hier en daar wrange vruchten af. Dit is de wereld waarin u en ik leven en wij doen het allemaal onszelf aan. “Alles kan- en moet beter,” is het motto en daarom zullen wij het veranderen. Ook op het kerkelijk erf verandert er van alles. De theologie verandert en sommigen zijn van mening dat we alles wat in de Bijbel staat - ook de Godsopenbaring - opnieuw moeten doordenken en formuleren want we leven toch in een nieuwe tijd. Eeuwenoude geloofswaarheden voldoen vandaag niet meer, zo klinkt het, want de samenleving vraagt om een nieuwe religieuze aanpak. Dit is vruchtbare grond voor het New Age denken.

De psychologie erkent dat het individu, hoewel hijzelf een wezen in ontwikkeling is en leeft in een veranderende samenleving voor de gezonde ontwikkeling van zijn psyche toch een vaste grond, een onveranderlijke basiszekerheid nodig heeft. Het is mijn overtuiging dat het geloof in de goede, menslievende, onveranderlijke Schepper-God het best voorziet in die basisbehoefte.

De Onveranderlijke God

Er is in de Bijbel geen onduidelijkheid over het leerstuk van de onveranderlijkheid van God. De onveranderlijkheid van de Allerhoogste God is verankerd in zijn volmaaktheid. Hij heeft geen verandering nodig om beter te worden want Hij is goed en volmaakt. Uiteraard kan Hij ook niet ten kwade veranderen vanwege zijn volmaakte natuur en wezen, Hij blijft altijd Dezelfde, ( Maleachi 3:6; Hebreeën 1:12; Jacobus 1:17). De onveranderlijkheid van de Allerhoogste God ligt vastgelegd In de Verbondsnaam Jahweh, zoals aan Mozes geopenbaard bij de brandende struik, ( Exodus 3:14). De naam is in het Nederlands vertaald door ‘Ik ben, die Ik ben,’ (NBG Vertaling), of - iets afgezwakt in de Staten Vertaling, ‘Ik zal zijn, die Ik zijn zal.’ De Willibrordvertaling heeft de Naam zeer krachtig en kernachtig vertaald: “Ik ben, die is.”

Paulus leert in de brief aan de Romeinen, hoofdstuk 4:20,21, dat God niet verandert met betrekking tot: zijn kracht. Zowel Jesaja als Paulus wijzen erop - zie hoofdstuk 46:10 van Jesaja en Romeinen 11:29 - dat de Goddelijke intenties, plannen en doelstellingen niet veranderen.

Het leerstuk van de onveranderlijkheid van de Allerhoogste God, de grote Schepper en Oerbron van alles, betekent echter niet dat Hij in mentaal en emotionele betekenis onbeweeglijk is. Hij heeft een hart en dat hart is niet van steen. Hij kan boos zijn over zonde, streng voor onberouwelijke zondaars, maar ook barmhartig en teder voor hen die zich in hun hulpeloosheid en verlorenheid tot Hem wenden om hulp en genade. God kan, in zijn neerbuigende goedheid en genade, meevoelen en zich - vanuit het gezichtspunt van de mens gezien - op grond van de verandering in de mentaliteit en het gedrag van zijn kind of volk, aanpassen. In die zin wordt het van God in het Oude Testament enkele malen gezegd, dat Hij berouw toonde, (o.a. Jona 3:10). God reageerde op de goede verandering van de gehele bevolking van Ninevé. Omdat Hij alwetend is werd Hij door deze bekering niet verrast. Zijn actieplan voor die stad was van eeuwigheid kant en klaar. De oordeelsaanzegging was gewoon nodig om de stad wakker te schudden en tot bekering te brengen - een zachtere boodschap zou geen effect hebben gehad.

Aan de grond van de veranderende kosmos, de veranderende mens en zijn veranderende maatschappij staat dus de Grote, Onveranderlijke Schepper. Hij is het enige, echte, eeuwig gegarandeerde Rustpunt voor de menselijke ziel. Wie zich aan Hem hecht in intieme, ononderbroken geestelijke gemeenschap, kent een innerlijke rust die alle verstand te boven gaat. Het lied is waar:

Rust mijn ziel! Uw God is Koning,
Heel der wereld zijn gebied;
Alles wisselt op zijn weken,
maar Hij zelf verandert niet.
(JdH 847)

Een nieuw seizoen

Wij staan aan het begin van een nieuw seizoen, de vakanties zijn voorbij, de herfst komt er aan en dan de winter. Allerlei activiteiten gaan opnieuw worden opgestart en er zal ergens ongetwijfeld iets veranderd worden. Ik bid dat een ieder die dit artikel leest niet slechts zijn broodnodige zielerust in God vindt, maar ook - in de gemeenschap met Hem - nieuwe energie ontvangt om het leven met de taken die de Onveranderlijke God geeft, aan te kunnen tot zijn eer en glorie.
 

Contact? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Site 'Inspiratie & Inzicht'  sinds 1997 / pagina geplaatst 3 april 2009 / herzien 5 september 2011 /  Pastor T. J. de Ruiter, The Netherlands